Met de fiets aan de hand loop ik over het achterpad om naar het werk te gaan. Ik hoop dat ik niet de eerste ben uit mijn straatje, want het pad is iedere ochtend overspannen met tientallen plakkerige spindraden. Het is herfst en dat is het spinnenseizoen bij uitstek. Hoe komt toch dat we spinnen met de herfst associëren?
In de herfst leggen de vrouwtjes een pakket met eitjes die pas in het daarop volgende voorjaar uitkomen. Om die eitjes te kunnen leggen, moeten de vrouwtjes flink bunkeren en juist daardoor zien we ze zoveel in de herfst. Ze eten vooral vliegende insecten die ze met een wielvormig web vangen. Deze webvorm is karakteristiek voor de hele familie van “wielwebspinnen”. Een jagende spin zit in het centrum van het web en houdt met haar acht poten de vanginrichting in de gaten. Zodra een insect tegen een van de kleefdraden aanvliegt, schiet de spin toe en brengt met haar giftige kaken een dodelijke beet toe. Vervolgens wordt de prooi met spinseldraden ingekapseld en het ingebrachte gif verteert langzaam de binnenkant van het insect. Eenmaal verteert, zuigt de spin de inmiddels vloeibare inhoud van het insect op.
Gif? Zijn kruisspinnen giftig? Ja, maar niet voor ons. Ze hebben scherpe kaken maar meestal te weinig kracht om door onze huid te komen. Bovendien is het speeksel alleen giftig voor insecten. In het ergste geval kan een klein rood vlekje ontstaan.
De bevruchting van een vrouwtjesspin heeft ook nogal wat voeten in de aarde. Het mannetje maakt een spermawebje waarop hij uit het achterlijf een druppel sperma laten vallen. Vervolgens wordt de druppel in een van tastorganen van de kop (spermapalp) opgezogen. Deze druppel moet naar het vrouwtje worden gebracht dat geduldig in haar web op een prooi zit te wachten. Om niet zelf ook als prooi te worden gezien, maakt de ”spinnenman” zijn opwachting met speciale klopsignalen op de rand van het web. De eetlust bij het vrouwtje vergaat en laat zich bevruchten.
Die draden over ons achterpad zijn de fundamenten van een web. De spin laat een draad in de lucht zweven en als die door de luchtstroom ergens tegen aankomt en vastplakt, wordt de draad strakgetrokken. Vervolgens worden niet klevende “spaken” aan de draad vastgezet en wordt spiraalsgewijs de kleverige vangdraad aangebracht. Iedere ochtend sloop ik onbedoeld een aantal van die vernuftige vanginstallaties. Ik heb niet veel wroeging, want als ik wat later ben, heeft een van de buren het al wel gedaan.
oktober 2, 2014 om 10:43 am
goed artikel.