Almeerse populierenbossen hebben een slecht imago: waaibomenhout, saai, niet duurzaam. Dat imago is onterecht.
Een vroege ochtend in april maakt duidelijk welke biologische rijkdom in deze bossen schuilt. De zanglijsters zingen dan om het hardst. Ze bereiken hier de hoge dichtheden door de enorme aantallen huisjesslakken die op hun beurt de algen en mossen van de bomen afgrazen. Als het vroege ochtendkoor wat verstomd, krijgen ook bijzonder soorten als wielewaal, appelvink en zomertortel de kans om zich te laten horen. De oudere bossen met open kruinen hebben een weelderige ondergroei van kleefkruid en brandnetels. De laatste zijn favoriete voedselplanten van veel vlinderrupsen. Jongere bomen laten minder licht toe tot op de bosbodem en dat vormt het ideale milieu voor een onopvallende schoonheid: de brede wespenorchis. De plant kan soms tot wel 60 centimeter hoog worden en wordt bestoven door – hoe kan het ook anders – wespen. Van begin juni tot ver in augustus is deze orchidee te vinden. De afzonderlijke bloempjes zijn niet groter dan anderhalve centimeter en staan in een eenzijdige tros van 30 – 60 stuks. Zacht groene en roze tinten afgewisseld met paarsbruin in een kunstig geconstrueerd bouwwerkje. Op de knieën met een loep is deze pracht het best te bewonderen.
Populierenbos is prachtig – voor wie er oog voor heeft.