De positie van de ogen in een vogelkop kunnen sterk zijwaarts gericht zijn of juist voorwaarts. De vogels met zijwaarts gerichte ogen kunnen, zonder te bewegen, vrijwel 360 graden rond kijken. Een mooi voorbeeld is de houtsnip. Voor het ontdekken van een naderend roofdier is dat handig, maar je levert er wel wat voor in. Dergelijke vogels zien naar weinig diepte, omdat daarvoor het blikveld van beide ogen moet overlappen. Uilen zijn juist meesters in het diepte-zien. De ogen zijn recht naar voren gericht. Roofvogels komen daar aardig bij in de buurt. Ze hebben een grote overlap en kunnen daardoor de afstand naar een prooi goed inschatten.
Tijdens een langlopend vogelringonderzoek naar overwinterende buizerds in Flevoland zijn op een totaal van bijna 900 vogels, twee buizerds gevangen die één oog waren kwijt geraakt. Wat betekent het verlies van één oog voor de overlevingskansen van dergelijke vogels?
Op 18 december 1999 werd een anderhalf jaar oude buizerd gevangen die het linker oog miste. Het geheel was volledig ingedroogd, waardoor geoordeeld werd dat het letsel al enige tijd geleden was gebeurt. De vogel was fit en in een goede conditie. De vogel woog 763 gram (krop leeg) bij een vleugellengte van 378 millimeter. De korte vleugel wijst op een mannetje en het bijpassend gewicht is normaal voor een mannetje in de winter.
Op 15 februari 2013 werd wederom een éénogige buizerd gevangen, ditmaal minimaal twee en een half jaar oud. Ook deze miste het linker oog en leek het letsel al geruime tijd daarvoor opgelopen. De vleugellengte was 409 mm en het gewicht 870 gram. Ditmaal dus een vrouwtje met normaal gewicht. Na loslaten vloog ze naar de nabijgelegen laan met essenbomen en landde zonder enige problemen op een tak. Het missen van het oog leek zowel bij de vangstpoging als later bij het landen op een tak geen enkel beletsel te zijn.
Op een totaal van bijna 900 gevangen buizerds in Flevoland kan het aantal van slechts twee visueel gehandicapte vogels gerust als een zeldzaamheid worden beschouwd. De conditie werd in beide gevallen als voldoende beoordeeld. De vogels hadden kennelijk leren leven met de handicap.
Handicaps bij wilde roofvogels zijn een schaars fenomeen. Verwacht kan worden dat een flink deel van de verwonde vogels dit uiteindelijk met de dood zal bekopen. Het verlies van de helft van het gezichtsvermogen lijkt een zware beproeving voor een vogel die voor het voedselzoeken beide ogen gebruikt. Kennelijk zijn er ook andere technieken om afstand goed in te schatten. Een zittende buizerd zal doorgaans een aantal malen kort neerwaarts knikken en de kop zijwaarts bewegen om de prooi (vangbaarheid, afstand) nog beter te bepalen. Ook deze kopbewegingen leveren informatie op aan een éénoog, waardoor het verlies kennelijk niet direct een probleem hoeft op te leveren.
De natuur is veerkrachtiger dan je zo op het eerste oog zou inschatten.