Algen, wieren, waterplanten; deze termen worden allemaal door elkaar gebruikt als het om het groen in de Almeerse wateren gaat. Toch is het goed om daar wel onderscheid in te maken, fonteinkruid is toch echt iets anders dan een blauwalg. Vooral ook omdat deze verschillende plantgroepen heel verschillende dingen zeggen over de waterkwaliteit.
Als we ons even beperken tot de zoete wateren, kan de beplanting worden opgedeeld in zaadplanten en algen. Veel algen zijn eencellig, maar er zijn ook complexere grotere algen. Ruwweg kan je zeggen dat waterplanten die wortels en stengels met transportvaten hebben, tot de hogere planten behoren. De kranswieren (wat dan weer geen echte wier is, maar meer verwant aan mossen en varens) vormen een tussengroep.
Algen zweven doorgaans in de waterkolom en halen hun bouwstoffen uit het water. Vandaar dan voedselrijk water ook rijk aan algen zijn. Deze voedselrijkdom komt door uitspoeling van bemesting in de landbouw en in het verleden ook door fosfaatrijke wasmiddelen. Er zijn vele groepen (families) en soorten algen. Zo kennen we de “groene algen” en de “blauwalgen”. Van deze laatste groep zijn vooral de giftige soorten inmiddels berucht.
Waterplanten zoals kranswieren en fonteinkruiden groeien vanuit de bodem (zaden, wortelknolletjes en aanverwanten) en kunnen dat alleen als het zonlicht tot op de bodem doordringt. Ze zijn voor hun groei namelijk afhankelijk van zonlicht.
Men kan dus zeggen dat als het water zelf voedselrijk is, de zwevende algen de eerste zonnestralen wegvangen en massaal opbloeien. Daarmee voorkomen ze dat zonlicht tot op de bodem doordringt. Algen zijn daardoor een teken van zeer voedselrijk water en fonteinkruiden juist van voedselarmer water. De meeste kranswieren zijn zelfs liefhebber van zeer voedselarme wateren.
De waterkwaliteit wordt onder meer gekenmerkt door de voedselrijkdom. Hoe minder voedingsstoffen in het water zelf, des te beter is de waterkwaliteit. Fonteinkruiden en kranswieren zijn daardoor een teken van een hoge waterkwaliteit. En een hoge waterkwaliteit is te vergelijken met de meest natuurlijke situatie voor zoetwatermeren.
Kortom, het verschil tussen de erwtensoep en de groentesoep is het verschil tussen stankoverlast en gif enerzijds en hinder voor waterrecreatie anderzijds. Met als bijkomend element dat de groentesoep zeer vogel- en vissenrijk is. Ik weet wel waar ik de voorkeur aan geef.
Meer verhalen over waterplanten: Fonteinkruid, overlast of over lust?
Ton Eggenhuizen
maart 6, 2014 om 10:02 pm
Ook in het Hoornse hop constateren wij een grote groei van fonteinkruid. Het is prettig te lezen dat dit een teken is van schoon water. Echter de (plezier) scheepvaart ondervindt hinder hiervan. Ik lees dat alleen maaien een optie is omde hinder te verhelpen. Mijn vraag in het kader van duurzaamheid is of dit maaisel geschikt is om als.veevoeder te.dienen danwel te vergassen als biogas. Graag uw reactie. Erik Luiken fractie VocHoorn
maart 7, 2014 om 8:30 am
Het maaisel is zeker bruikbaar. Bedenk echter wel dat het supernat spul is dat eerst gedroogd zal moeten worden. Na het drogen blijft er vervolgens niet veel over.
Ton eggenhuizen