Een groep forse lijsters met oplichtende spierwitte ondervleugels zwoegt tegen de zuidwesterwind over de IJmeerdijk. Het “tsjak-tsjakketsjak” kondigde ze al aan: Kramsvogels! Grote dikke bontgekleurde lijsters uit het hoge noorden. Van de trekvogels zijn zij zo een beetje de laatste die in de lage landen arriveren. November is de trektijd voor de “krams”.
Het formaat stelt ze in staat om de kou net wat langer te trotseren dan de kleinere merels en de nog kleinere koperwieken. Ze broeden in het hoge noorden van Scandinavië en daar is het een algemene broedvogel. Ik heb daar veel nesten juist bij bebouwing gevonden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de kramsvogel weinig moeite heeft om zich aan ons stadsleven aan te passen. Niet in de laatste plaats geholpen door de vele besdragende struiken die in de steden zijn aangeplant.
De Kramsvogel – ook wel eens gekscherend, Tsjakka! genoemd naar zijn luide raspende roep – is te herkennen aan het grote formaat, de diep chocoladebruine rug die sterk afsteekt tegen de grijze stuit en grijze kop en de fors getekende onderdelen. En natuurlijk die roep….
Iedere winter kan deze vogel in Almere worden gezien, maar de aantallen kunnen tussen winters onderling enorm verschillen. Soms blijft het bij enkele vogels, in andere winters zitten er duizenden. In zachte winters zien we in Nederland de vogels die uit Scandinavië het verst naar het zuiden vliegen. De hoofdmacht verblijft echter in Zuid-Scandinavië. Als daar ineens een koudegolf komt, worden de kramsen gedwongen door te trekken naar Nederland (en verder). Dit levert spectaculaire beelden op van duizenden doortrekkende vogels. Zo telden de vogelaars op de IJmeerdijk op de ochtend van 31 januari 2010 bijna 30.000 kramsvogels!
Het favoriete voedsel is dierlijk: regenwormen, emelten, muggen. In de winter schakelen ze over op bessen en valfruit. Je kan makkelijk kramsvogels lokken door een paar halfrotte appels in de tuin te leggen. Ze monopoliseren de voedselbron wel. Iedere merel, spreeuw of zanglijster die een hapje mee wil pikken, wordt daadkrachtig over de heg gejaagd. In de winter zijn ze tamelijk onverschillig ten opzichte van mensen. Ze zijn goed te benaderen en laten zich eenvoudig op de plaat zetten. In de broedtijd is dat heel anders. Ze kunnen furieus reageren op mensen nabij het nest. Als ware gevechtsvliegers maken ze stootduiken en bombarderen ze je met hun ontlasting. Een soort om respect voor te hebben.
Ton Eggenhuizen
november 8, 2013 om 1:28 pm
Ik dacht van het voorjaar een lijster in de berk voor mijn huis te zien. Maar twijfelde omdat ie net anders kleurde en een boller borstje had. Foto gemaakt, uitvergroot en op zoek op het web. Bleek het een kramsvogel. Had er nog nooit van gehoord. Die ene was een weekje weg en liet zich toen weer een dag of 2 zien. Daarna niet meer gespot. Erg leuk dat jij er nu over tweet en schrijft.