Zaterdagochtend, een behaaglijk ochtendzonnetje begeleidt mij bij mijn onderzoek aan rietzangvogels. Ik bevind mij in de verbindingszone tussen de Oostvaardersplassen en de Lepelaarplassen. Terwijl ik op een vlonder in het riet stap, zie ik een meter voor mij soepel een kleine slang wegglijden, een ringslang!
In Almere is de ringslang het enige voorkomende reptiel. Bovendien zijn er maar erg weinig waarnemingen. Volgens waarneming.nl is de soort maar in tien kilometerhokken in Almere vastgesteld. In heel Flevoland zijn twee kernen van verspreiding te onderkennen, rond de Knardijk (oostelijk van Oostvaardersplassen) en het Kuinderbos (Noordoostpolder). Vanuit deze kerngebieden zwerven dieren uit, maar met het toenemen van de afstand wordt de dichtheid aan waarnemingen snel kleiner.
Zoals gezegd, in Almere is het een schaars dier. Uit Haven stammen enkele oude waarnemingen (2007, 2009). Verder een waarneming in 2006 langs de Lage Vaart (Regenboogbuurt) en wat meldingen aan de westkant van de Oostvaardersplassen. De waarneming van afgelopen weekend is daarvan de meest recente. De vraag is nu of dit allemaal zwervende dieren zijn, of dat er werkelijk sprake is van een plaatselijke zich voortplantende populatie.
Veel heeft een ringslang niet nodig. Een schone leefomgeving, moerasachtige terreinen met veel kikkers, plekken waar ze zich in de zon kunnen opwarmen en plekken om de eieren te leggen. Vooral basaltbeschoeiingen vinden ze lekker. Daar kunnen de koudbloedige dieren zich snel opwarmen om daarna actief op jacht te gaan. De eieren worden niet zelf uitgebroed, dat gebeurt door rotting van plantmateriaal. Om deze voortplanting een duw in de rug te geven worden ook wel broeihopen gemaakt: een hoop van bladeren en takken die laag op laag worden opgestapeld. De eieren worden tussen de takken gelegd, de rottende lagen bladmateriaal zorgen voor de benodigde temperatuur.
Cruciaal voor het voortbestaan van de ringslang is ook dat populaties onderling met elkaar in contact worden gebracht. Zo wordt inteelt en lokaal uitsterven voorkomen. De kernpopulatie van de Oostvaardersplassen zou veel baat hebben bij contact met de nog veel grotere populatie in het Gooi en de Vechtstreek. Kerngebieden kunnen heel simpel met elkaar in verbinding worden gebracht met structuurrijke en weelderig begroeide watergangen, met tussendoor iets grotere gebieden die als stapstenen dienen. In 2006 heeft de Gemeente Almere een ecologisch masterplan vastgesteld dat precies daarvoor geschikt is. Door in te zetten op moerasnatuur in de stad, door kerngebieden te benoemen en ontbrekende schakels aan te leggen is Almere klaar voor de ringslang. Wellicht moeten we bij het Wilgenbos maar wat van die broeihopen opbouwen. Met vele handen is het maar een dagje werk. Wie wil helpen?
Ton Eggenhuizen
juni 4, 2014 om 5:17 pm
Ik kom je graag helpen, Ton.
september 23, 2016 om 12:04 pm
Dag, vandaag in het Kotterbos Almere een ringslang gezien. Groetjes
juli 21, 2017 om 7:25 am
We hebben er 1 waargenomen in Almere buiten in het water