Enige tijd geleden ontdekten bewoners van Tussen de Vaarten (Almere) een knobbelzwaan met een hengelsportattribuut in de kop. Een haakje zat door het ooglid en maakte onderdeel uit van een plastic aasvisje waar zowel aan de voorkant als aan de achterkant een drietandig vishaakje bevestigd was.
De bewoners belden de dierenambulance die, na een vruchteloze vangpoging, de Zwanenwerkgroep Flevoland inseinde. Henk Koffijberg van de Werkgroep ging ter plekke kijken: “de vogel was zeer schuw. Het is een vrouwtje van een ons bekend broedpaar. De hele familie kwam aanzwemmen toen ik ze met brood lokte. Alleen het vrouwtje bleef, driftig met haar kop schuddend, midden op de vaart zwemmen. Ik realiseerde mij direct dat het vangen van deze onfortuinlijke vogel niet makkelijk zou zijn.”
Het is helaas geen zeldzaam verschijnsel, watervogels die verstrikt raken in de restanten van vistuigage. Op jaarbasis wordt de Zwanenwerkgroep enkele tientallen keren benaderd over Almeerse zwanen met vishaken en visdraad. Dat betekent dat vrijwel iedere volwassen Almeerse zwaan in zijn of haar leven wel een keer met achtergelaten hengelsportattributen wordt opgezadeld. En niet alleen zwanen, In het stadshart is een keer een meerkoet gezien met een hele werphengel aan zich vast! Meestal wordt het op tijd opgemerkt en kan de dierenambulance, brandweer of Zwanenwerkgroep de vogel vangen. Soms kan ter plekke het haakje worden losgemaakt, soms wordt die ingeslikt en moet deze operatief worden verwijderd.
De volgende dag ga ik samen met Henk naar de zwaan om een vangcampagne te bedenken. Al vrij snel zien we een groot wit ding aan de overkant van de Vaart drijven. Door de verrekijker blijkt het de zwaan te zijn, en we zien ook dat het flink mis is. De vogel zit in een vreemde houding en beweegt niet. We rijden om en constateren dat het vistuig de vogel fataal is geworden. Het andere haakje zat inmiddels in haar rechterpoot. Kennelijk heeft de vogel met haar poot de haak willen wegkrabben en heeft het andere haakje doel getroffen. Vervolgens heeft de vogel zelf de kop onder water getrokken en is zij verdronken. De vogel is als volwassen vrouwtje geringd in 2007 en was sindsdien ieder jaar een vaste broedvogel rond de Renoirstraat.
Nu kan je denken dat er genoeg zwanen zijn, sommigen vinden zelfs dat het er teveel zijn. Maar dat staat los van het dierenleed dat de vogels moeten ondergaan door slordig achter laten van vistuig, door onoplettendheid of onkundigheid. Diverse malen heeft de Zwanenwerkgroep bij hengelsportorganisaties aandacht voor het probleem gevraagd, maar daar is door de organisaties nooit stevige actie op ondernomen.
Op de site van Sportvisserij Nederland lees je wel het een en ander over dierenwelzijn. Maar zonder uitzondering gaat het dan over de te vangen vissen, niet over de aantasting van dierenwelzijn door achtergelaten rommel. In de brochure “verstandig sportvissen” zoek je ook tevergeefs naar dit onderwerp. Wel wordt in een bijzin iets over achtergelaten rommel gezegd, maar men lijkt zich daarbij vooral te bekommeren over de beeldvorming ten aanzien van de sportvisserij. Het zou de sportvisserij sieren als ze het probleem in zijn volle omvang onder ogen willen zien, en daar voortdurend voorlichting over te geven. Pas dan vind ik haar stellingname over dierenwelzijn geloofwaardig worden.
Ton Eggenhuizen
september 13, 2014 om 7:27 am
Helemaal mee eens! Ik heb zelf ook al meerdere malen ‘rommel’ met haken uit het water gehaald, of de dierenambulance moeten bellen voor zwanen met ingeslikte visdraad…
Pingback: Vliegertouw | Almere Natuur