Almere Natuur

Dé blog over de Almeerse natuur

Koperwieken

2 reacties

koperwiek ijmeer (1)Als je mij vraagt wat de ultieme trekvogel is, noem ik zonder aarzelen de koperwiek. Niet de noordse stern met zijn vlucht van tienduizenden kilometers, niet de ooievaar met de imposante zwevende groepen van honderden vogels, maar deze kleine lijster uit het noorden. Geen enkele andere vogel laat volgens mij zo fraai de trekonrust zien.

Het is eind oktober als ik ’s avonds nog een rondje loop met de hond. Een zacht zuidelijk windje ruist door de bomen, maar dóór het ruizen hoor ik ook voortdurend de hoge ijle onmiskenbare “sriieee”-roepjes van de koperwiek: onrust aan de nachtelijke hemel! Het is onmogelijk om iets over de aantallen te zeggen, maar tijdens het rondje moeten er al honderden overgevlogen zijn. Het zijn deze nachtelijke roepjes die de herfst pas echt inluiden.

De volgende ochtend staan een aantal vogeltrektellers op de IJmeerdijk. Het is nevelig en flinke aantallen vogels zwoegen naar het zuiden. De trekdrang is nog groot, maar de nevel dwingt ze tot laag te vliegen. Soms vliegen de vogels bijna tussen de tellers door, en worden links en rechts alle vogels in een `geordende hectiek` geteld. Aan het eind van de dag blijkt de koperwiek de meest getelde soort met net meer dan 10.000 vogels. Dat is een respectabel aantal, maar nog lang niet het record op deze post. Op 18 oktober 2008 vlogen zelfs 10 keer zo veel vogels langs!

Het mooie van koperwiekentrek is dat je goed het weerbeeld in Noordwest Europa erin kan aflezen. Eind september druppelen gewoonlijk de eerste koperwieken ons land binnen en oktober is de maand met de meeste doortrek. Die doortrek stagneert door harde tegenwind, regen en weer-depressies. Zo was het ook in oktober 2008. Een laag luchtdrukgebied lag al weken boven Zuid-Scandinavië. De koperwieken wilden wel maar konden niet weg. Bij slecht weer moeten de vogels met hun krachten smijten en het is dan raadzamer aan de grond te blijven en betere tijden af te wachten. Plots schoof de depressie op 17 oktober naar het zuiden over Nederland. De volgende ochtend golfden de koperwieken over Nederland.

Ikzelf zat die ochtend langs de Oostvaarderdijk vogels te vangen voor ringonderzoek. Een vogelvriendje belde mij rond tien uur vanuit Drenthe dat hij ineens enorme aantallen lijsters en leeuweriken in westelijke richting zag overvliegen. Niet veel later kwamen de groepen ook in Almere aan. Die vogels hadden inmiddels al flink wat vlieguren gemaakt en af en toe gingen groepjes in de struiken rusten. Een aantal belandde ook in de netten en konden worden geringd. Op basis van dergelijk ringonderzoek weten we dat vogels tot in Spanje doortrekken om daar te overwinteren.

Maar nog mooier dan deze najaarstrek, vind ik de voorjaarszang van de koperwiek. Deze kan je in februari en maart horen in onze Flevolandse populierenbossen. Een ochtendwandeling levert dan steevast groepen zacht brabbel-zingende koperwieken op. Een enkele vogel zingt er een melancholisch klinkend aflopend “truu-truu-truu-truu” hard doorheen. Kenmerkend is dat zo een hele groep in één klap volledig stil kan vallen. Als op een teken wordt het weer stil in het bos. Enkele tellen later vliegen de lijsters uit de lage begroeiing de boomkruinen in. Weer die ijle sriieee-roepjes!

In het voorjaar worden die koperwieken niet op telposten opgemerkt. Dat is niet zo vreemd, want ze vertrekken pas in de nacht. De vogels die we in het najaar overdag zien, zijn ook ’s nachts vertrokken en we zien ze pas als ze al honderden kilometers gevlogen hebben.

Ton Eggenhuizen

Advertentie

2 thoughts on “Koperwieken

  1. Ha ton, wat een fijn verhaal weer. Waar eindigen de koperwieken? ook in Spanje?
    Groet,
    Willem

    • Tja Willem, dat is een diep filosofisch probleem “Turdus quo vadis?”

      En er zijn vele antwoorden mogelijk. Veel zuidelijker dan Spanje zal een koperwiek in de winter niet snel geraken. Maar het uiteindelijke doel is weer terug naar de broedgebieden (Noord-Scandinavie voornamelijk). Een flink aandeel zal echter belanden in de Franse lijsterpaté. Weer anderen vinden zichzelf terug in de maag van een sperwer. Koperwieken die over zee vliegen (via Engeland) en op zee in slecht weer komen, belanden in de golven en vervolgens in meeuwenmagen. Soms belanden ze in een net van een vogelringer, maar het verschil met de Fransen is dat de vogel wat later mag doorvliegen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s