“Nee maar, er loopt zo maar een vos door de tuin!” De roodbruine verschijning met de dikke pluimstaart loopt soepeltjes langs de border, snuffelt eens hier en dan weer daar, vangt een muisje en in het volle zicht van de bewoners wordt de muis smakelijk opgepeuzeld. Niet alledaags, maar inmiddels ook zeker niet meer zeldzaam in Almere!
Almere is een groene stad. Omgeven door grote natuurgebieden en dooraderd door parken en plantsoenen is de natuur overal onder handbereik. Het is voor een vos een koud kunstje om ongezien vanuit de Pampushout tot in het stadshart te komen. Bovendien, het is voor die vos niet eens een probleem om in de stad wél gezien te worden. Hij heeft hier immers nauwelijks iets te vrezen. Die groene stad biedt volop kansen. Prachtig natuurlijk, maar het legt de bewoners ook een plicht op om verstandig met die natuur om te gaan.
Almere is een vossenstad. In ieder stadsdeel is de vos inmiddels wel gezien. Het blijft niet alleen bij waarnemingen van toevallige passanten, we weten nu dat ook flink wat vossen in de stad hun jongen werpen. Dat is ook niet zo vreemd. Er zijn weinig gevaren, genoeg plekken om je jongen groot te brengen en voedsel in overvloed. Al die omstandigheden bepalen hoeveel vossen er kunnen leven. In het begin vinden de mensen het nog wel spannend en fraai, maar de aanwezigheid kan ook tot overlast en ergernis leiden, overlast en ergernis die dierenliefhebbers niet zelden zelf veroorzaken.
Almere in een dierenliefdestad. Al snel zetten mensen bakjes hondenbrokjes buiten als ze een vos in de straat zien. Hoe bevredigend is het niet om zo een wild dier te voederen. Maar is het verstandig? Helaas zien we maar al te vaak dat nagenoeg handtamme vossen bij de één grote vreugde brengen, maar bij de buren tot ergernis en overlast. En die overlast kan behoorlijk zijn. Een moertje die in de kruipruimte haar welpen groot brengt, ga je door de latrines en resten rottende kadavers op den duur echt wel ruiken.
De overlast leidt al snel tot de vraag om in te grijpen. Zo wordt de dierenliefde van de ene bewoner gevolgd door een oproep van een ander om de vos weg te vangen of, nog drastischer, dood te schieten. Maar wegvangen of doodschieten heeft weinig duurzaam effect. De opengevallen plek zal snel worden opgevuld en de overlast blijft. Als de jongen van de buur-vos immers groot zijn, gaan die namelijk op zoek naar een eigen plekkie. In een natuurlijke populatie zullen veel van de jonge vossen door stress en honger snel sterven. Slechts een enkeling weet een opengevallen territorium te vinden. Dit surplus van de populatie zorgt ervoor dat wegvangen en afschot zelden tot uiteindelijke verlaging van de stand leidt.
De enige duurzame oplossing is verstandig met de stedelijke natuur om te gaan. Laat het vooral de natuurlijke omstandigheden zijn die de stand van de vos bepalen, dus niet voeren en wees alert op eetbaar afval. Alleen dán kan iedereen blijven genieten van natuur om het huis.
Ton Eggenhuizen