Almere Natuur

Dé blog over de Almeerse natuur

Zo’n halsbandparkiet, moeten we daar nu blij mee zijn?

1 reactie

Met de krant op schoot en een kop koffie onder handbereik. De tuin is een prima plek voor een rustig ochtendje. Die rust wordt echter al snel verstoord door overvliegend gekrijs. Het geluid ken ik goed van Amsterdam en Haarlem, maar in Almere hoor ik het pas voor de tweede keer: halsbandparkieten. Een exotische verrassing is het wel degelijk, maar moeten we er blij mee zijn?

Met een vijftigtal waarnemingen in Almere is het nog een schaarse vogel. Bewijs van broeden hebben we niet. Mogelijk zijn onze bomen nog niet oud en dik genoeg? Het lijkt echter een kwestie van tijd eer we deze parkiet tot onze broedvogels kunnen rekenen. Direct rijst de vraag of onze inheemse soorten daar last van gaan krijgen. Nestplaatsconcurrentie met holenbroeders als boomklever en grote bonte specht ligt voor de hand.

Maar als iets voor de hand ligt, is het dan meteen ook waar? Natuurlijk niet. Het gaat erom wat de beperkende factor is. Dikke bomen? Alle bomen worden dikker dus dat lijkt me geen probleem. Bestaande holen? Spechten en boomklevers gebruiken (en maken) door het jaar meerdere holen, maar ze gebruiken er slechts één om te broeden. Dus ook dat is niet aannemelijk. Ook uit gedegen telwerk blijkt dat doorgaans alle drie de soorten in ouder wordende gebieden gelijktijdig in opmars zijn. De boomkleverstand zal hooguit iets minder snel groeien, maar groeien blijft het.

Er zijn aanwijzingen dat de parkieten op voederplaatsen de boventoon voeren. Andere vogels spelen daar de tweede viool. Zou dit een effect op de overwinteringskansen van die andere vogels hebben? Ook dat is onwaarschijnlijk. Onderzoek naar de rangen en standen op een voedertafel is onderzoek in een buitengewoon onnatuurlijke situatie. Het van nature aanwezige voer is homogener verspreid en een dergelijke verspreide voedselsituatie valt niet te monopoliseren. Dat zou ook zeer onverstandig zijn, want het verdedigen kost te veel tijd, tijd die beter gestoken kan worden in zelf voedsel zoeken.

Mocht je desondanks die halsbandparkieten willen wegvangen, dan heb je een flinke klus. Opengevallen plekken worden snel opgevuld. Daar is de populatie groot genoeg voor. De halsbandparkiet is dus een blijvertje. Moeten we dan maar lijdzaam toekijken? Nee, we moeten lering trekken uit al die exotische planten en dieren die in Nederland opduiken. De een is een grotere bedreiging dan de ander. We hebben inmiddels geleerd dat het erg lastig te voorspellen is wat de effecten zijn. De les is dus, voorkom dat exotische planten en dieren vaste grond onder de voeten krijgen. Voorkom dat planten en dieren die van nature hier niet thuis horen, kunnen ontsnappen en de boel niet meer onder controle te krijgen is. Dat geldt ook voor moedwillig loslaten. Onze natuur wordt namelijk niet verrijkt met roodwangwaterschildpad, amerikaanse rivierkreeft. reuzenberenklauw en parkiet.

Ton Eggenhuizen

1 thoughts on “Zo’n halsbandparkiet, moeten we daar nu blij mee zijn?

  1. Yeah Mijn amerikaanse kreeft wordt gemeld! hahaha

    Met vriendelijke groet,

    Esther Ripken

Plaats een reactie