Lente, de tijd van bloei en de natuurlijke hoorn des overvloeds. Zou het niet mooi zijn als het altijd lente is? Voor ons staan allerlei praktische bezwaren in de weg om de eeuwige lente te realiseren. Trekvogels daarentegen, zijn er behoorlijk goed in om eeuwig in de lente te leven.
In april kunnen we de boerenzwaluw weer in Nederland verwachten. Wij hebben dan de winter achter de rug en verheugen ons op het voorjaar. Maar wat heeft die boerenzwaluw achter de rug? In de eerste plaats zo’n 7-8000 kilometer. Tijdens ons winterhalfjaar zit hij in Zuidelijk Afrika. Voordat bij ons de bladeren van de boom vallen, zijn de zwaluwen al onderweg naar het zuiden. Onze herfst maken ze nauwelijks mee en over onze winter verkeren ze volledig in onwetendheid. Tijdens onze herfst wordt de lange tocht gemaakt naar de lente van het zuidelijk halfrond. Ten zuiden van de evenaar valt de lente in oktober en november. De zuidelijke zomer loopt van december tot in maart. En als de herfst daar zijn intrede doet, vertrekken de zwaluwen weer naar het noorden.
Altijd op de vlucht voor herfst en winter. Dat is de realiteit voor een trekvogel. Altijd op de vlucht, maar waar hoort zo een trekvogel dan eigenlijk thuis? Is zijn broedplek zijn thuisbasis? Er wordt wel gedacht dat de vogeltrek is geëvolueerd vanuit vogels die rond de evenaar broedden. Dan zou van oorsprong de thuisbasis in het overwinteringsgebied liggen.
Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Maar dat niet alleen, vogeltrek is ook per vogelsoort verschillend. Soms zijn de trekwegen zeer beperkt. Onze huismussen kunnen binnen de stad of binnen de wijk per seizoen nog wel wat bewegen. Maar er zijn ook echte trekvogels die niet een noord-zuid trekweg vertonen, maar van hooggebergte naar laagland. Maar verreweg de meeste trekvogels vliegen tussen noordelijke en zuidelijke streken.
Onze trekvogels gaan naar het zuiden om te overwinteren, zijn er dan omgekeerd ook broedvogels van het zuidelijk halfrond die bij ons (in ónze zomer) komen overwinteren? Op twee vogelsoorten na, is dat – vreemd genoeg – niet het geval. Alleen van de grote en de grauwe pijlstormvogel is een dergelijke trekweg bekend. De grote pijlstormvogel (een klein formaat albatrosachtige) broedt op Tristan da Cunha in het zuiden van de Atlantische oceaan. In de zuidelijke herfstmaanden (maart-april) trekt de soort langs Amerika naar Groenland om in oktober weer via Engeland en Ierland naar het broedgebied te vliegen. De Grauwe pijlstormvogel (een familielid van de grote) broedt op de Falklands en ontvlucht de zuidelijke winter zowel via de Atlantische als de Stille Oceaan.
Onze boerenzwaluwen gaat binnenkort ook weer op de vlucht voor de zuidelijke winter. En nog maar twee, drie maanden en het zwaluwgekwetter is weer te horen. Ik kijk er naar uit!
Ton Eggenhuizen
januari 30, 2017 om 7:39 am
Beste Ton,
Jij weet waarschijnlijk als geen ander hoe belangrijk de struikgewassen langs de busbaan in bijvoorbeeld Almere Haven zijn! Veel vogels vinden daarin voedsel en een schuilplaats. Zijn de mussen kolonies van de busbanen al eens geïnventariseerd? Worden er maatregels getroffen om die te beschermen? O.a . een grote kolonie bij bushalte De Wierden. Elke keer zie ik weer dat er struikgewas verwijderd wordt en vervangen door gras of heel lage struikjes! Doe er alsjeblieft wat aan!