De buren zouden kunnen denken dat we ’s nachts de was buiten hangen. Aan een lijn hangt een wit laken en er staat een felle lamp naast. Gelukkig weten de buren beter. De opstelling is bedoeld om nachtvlinders te lokken. Door de vele betegelde tuinen in de omgeving is dit niet de beste plek om te nachtvlinderen. Maar de logistiek is wel lekker simpel.
Er verschijnen dus niet veel soorten nachtvlinders en daarom is de scope ook gericht op andere insecten; vliegen, kevers en wantsen die de nacht gebruiken om op de vleugels te gaan. Toch kom ik deze avond vlindergewijs voor verrassingen te staan. Na jaren de eerste Lindepijlstaart (en meteen twee!) bijvoorbeeld. Dan ineens komt een grote zeer lichte mot aanvliegen. Een fractie zit het beestje stil, parelwit met een brede zwarte zoom. Onmiskenbaar een buxusmot. Mijn eerste in Almere, eerder zag ik het beestje al in Brabant.
De buxusmot is in Nederland een nieuwkomer. Van origine komt hij voor in Oost-Azië. Waarschijnlijk is het beestje in 2005 met een zending buxusboompjes uit China in Duitsland aangekomen. Ze kunnen zich kennelijk succesvol voortplanten, want in 2007 werden de eerste motten in zuidelijk Nederland waargenomen. Inmiddels ligt het verspreidingsgebied ten zuiden van de lijn Alkmaar – Winterswijk. Daarnaast komt de soort verspreid in Groningen voor. Als we de lijn tussen Alkmaar en Winterwijk trekken, ligt Almere pal op de frontlinie.
Op 14 juni 2017 werd de eerste Almeerse buxusmot gezien en mijn motje twee weken later is de achtste waarneming in Almere en Flevoland. Driftig fladderend schiet de mot over mijn laken. Vanzelfsprekend wil ik er een fotografisch bewijs van dus er ontstaat een kat-en-muis-lichtspel tussen de driftige fladderaar en de foeterende nachtvlinderaar met fototoestel. Eindelijk zit hij even stil en kan de foto worden gemaakt. Ik ben benieuwd of de soort dit jaar nog de sprong naar Lelystad zal maken, zeker weten dat onze oostelijke nachtvlindervrienden er al naar uitkijken.
Het schijnt dat de buxusboompjes en hun eigenaren er minder naar uitkijken. Ze kunnen een behoorlijke aanval op je haag uitvoeren en niemand zit op een bruine haag te wachten. Maar ik vrees dat de soort hier voor altijd zal blijven. Bestrijden zal immers lastig zijn en ook andere insecten schaden. Berusten is de enige oplossing. En natuurlijk lering trekken uit dit geval. Bij import moet men veel alerter zijn op wat er aan ongenode gasten meekomt. En waarom zouden we buxusboompjes uit China moeten halen?
Ton Eggenhuizen
juli 26, 2017 om 2:50 pm
Inderdaad, wij weten beter 🙂
augustus 10, 2018 om 1:12 pm
Beste Ton,
Hier in Gouda en Reeuwijk (dicht bij kwekersgebied Boskoop) komt de buxusmot anno 2018 veel voor en richt deze veel schade aan. Bestrijden kan gelukkig ook op milieuvriendelijke wijze, met speciale feromonenvallen. Ik vrees echter dat dit alleen zou kunnen gaan werken als die invasieve exoot regionaal of landelijk bestreden gaat worden. Mee eens dat inporteurs voorzichtiger zouden moeten zijn bij de import van planten, helemaal als ze van ver komen. Weet jij toevallig welke Duitse importeur in 2005 de buxusmot als extra bonus heeft meegeïmporteerd met buxusplanten uit China? Ik voel er wel wat voor om dit bedrijf aansprakelijk te stellen voor mijn schade.
augustus 13, 2018 om 7:48 am
Tja, die feromonenvallen werken goed, maar alleen voor de mannetjes. Vrouwtjes komen daar denk ik niet op af. En er hoeft maar één mannetje te zijn die het(de) vrouwtje(s) bevrucht om weer heel veel nakomelingen te geven. Zelf denk ik dat deze populatiepiek die we nu ervaren (de hoogste sinds de introductie, mogelijk ook door de warmte geholpen?) wel weer zal uitdoven als ook de populatie buxusstruikjes fors is afgenomen. En dat gaat nu snel getuige de bergen tuinafval met heel veel buxus in Almere. Je hebt gelijk dat één enkele feromoonval in een wijk of stad niet gaat helpen. Maar ik vraag me sterk af of de soort nog wel te bestrijden is. De populatie is nu zo verschrikkelijk groot. Ik heb geen buxus in de tuin, maar kan eenvoudig 50 of meer motten wegvangen op een avond.
Tja, de verantwoordelijke importeur, die zal vast op het spreekwoordelijke kerkhof liggen. Wellicht dat de Vlinderstichting meer weet?
Ton Eggenhuizen