Almere Natuur

Dé blog over de Almeerse natuur

Buizerd in vrije val?

Een reactie plaatsen

Een flink aantal muggen lijkt duidelijk te willen maken dat het best wel mee valt met de achteruitgang van de insecten in Nederland. Deze avond ontkomen we niet aan het gezoem en zullen we ook wel wat bloed aan moeder natuur gaan doneren. Het ringen van roofvogels moet nu eenmaal in de muggentijd gebeuren.

Al tientallen jaren wordt de vinger aan de pols van de roofvogelstand gehouden. Daarvoor worden nesten gezocht, het broedsucces bepaald en de overleving geregistreerd aan de hand van het ringen van de nestjongen. We zijn eind vorige eeuw daar ook rond Almere mee begonnen. Vanaf 1993 zijn de nesten van buizerd en havik in de bossen en parken van Almere opgezocht en inmiddels een kleine duizend vogels van een ring voorzien. In vele delen van het land wordt dit onderzoek uitgevoerd, zodat we onze gegevens mooi kunnen vergelijken. Terugkijkend op die berg gegevens valt een aantal zaken op. Tot een paar jaar na de eeuwwisseling was Almere een groeigemeente. Voor buizerds in ieder geval. Ieder jaar vonden we meer nesten en het aantal jongen was gemiddeld meer dan 2,5 per nest. In het rijtje met landelijke gegevens behoorden we steevast tot de kopgroep van regio’s waar deze roofvogels bovengemiddeld jongen produceerden. En ook het moment waarop gemiddeld het eerste ei in de nesten rolden, was één van de vroegste in het land. Die eerste eileg wordt doorgaans gezien als goede conditiemeter. Een vrouwtje dat goed doorvoed uit de winter komt is immers eerder in staat om met broeden te beginnen. Kortom, de roofvogels rond Almere hadden het goed.

En toen veranderde er van alles. Het nest dat ik nu onder handen neem heeft weliswaar drie jongen, maar gemiddeld komen we de laatste jaren niet boven de 1,5 jong per nest uit. En dat is ook dit jaar zo! Een nest met drie jongen is nu een uitzondering, terwijl we twintig jaar geleden nog zelfs legsels met vijf jongen vonden. Ook de gemiddelde start van het broeden is inmiddels met anderhalve week verlaat, sinds we met ons onderzoek begonnen. Eind vorige eeuw startte de gemiddelde buizerd zo rond 2 april met broeden. Nu is dat meestal rond de twaalfde. En dat is geen landelijke maar regionale trend. De laatste jaren zijn de Almeerse buizerds – gelijk FC Twente – van koploper tot hekkensluiter verworden. Maar wat veranderde er dan dat de roofvogels zo slecht presteren?

Daar is niet één reden voor te geven, maar een flinke hand vol. In de eerste plaats is de verlate legdatum een teken dat de winterse omstandigheden in Zuidelijk Flevoland zijn verslechterd. Het agrarisch gebied is van (de laatste stuiptrekkingen van) ontginningslandbouw omgevormd tot agrarisch industriegebied waar iedere vierkante productiemeter telt. Stoppelvelden zijn zeer zeldzaam geworden en luzerneteelt (dat ’s winters niet wordt gemaaid) idem dito. Daarmee is het voedselareaal voor de buizerd gedecimeerd. Maar het is ook drukker geworden. Even rustig een kwartiertje vanaf een paaltje jagen, zit er niet meer in. Trimmers, wielrenners, passanten, (en ja, ook vogelaars en -fotografen) jagen de vogels voortdurend op.

Hetzelfde geldt voor het broedgebied. Ook de bossen worden van stille gebieden omgevormd naar recreatieterreinen. Niet zelden is daarbij ook gekapt in en rond broedpercelen. Ik ken zeker drie voorbeelden waarbij kronkelpaadjes zijn aangelegd door percelen waar buizerds broedden. Inderdaad, met dubbel d. Keurig netjes afstand gehouden conform de daartoe opgestelde protocollen, maar in de open populierenpercelen is een wandelaar over zo een pad altijd zichtbaar voor een buizerd. En dat levert veel stress op en uiteindelijk taaien de vogels af. En dan die bosomvorming naar zogenaamd duurzaam bos. Met die term – bosverduurzaming – wordt bedoeld dat prachtige majestueuze populieren van 30-40 meter hoog vervangen worden door langzaam groeiende hardere houtsoort bomen. En dat duurt 20-30 jaar eer die staken zo groot zijn dat een buizerd daar een nest in kan bouwen. We moeten ook de komst van de boommarter niet uitvlakken. Het zijn gekende eier-eters en voor een marter maakt het niet uit of het ei van een duif, merel of buizerd is.

Kortom, de buizerd heeft nogal wat uitdagingen te verhapstukken. Mijn uitdaging is van veel kleinere en kortdurender orde. Ik moet me concentreren op het ringen van die jonge vogels en het negeren van de zoemende muggen om me heen. Pets! Het negeren is mislukt.

Ton Eggenhuizen

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s