Het is een behagelijke middag, dus het klusje om een paar te kappen bomen te schouwen neem ik in dank aan. Ik parkeer mijn fiets bij de Noorderplassen waar mijn oog eerst valt op een mooie berm vol met akkerdistel en duizendblad. Kuierend naar de bomenrij pak ik meteen even de insectenwereld mee.
Hier een vlieg met groen achterlijf: de kleine moeraswapenvlieg. Verderop een zweefvlieg met gevlekte ogen, de weidevlekoog. Op dezelfde bloemscherm zit een kleine bijvlieg en twee fluweelzweefvliegen. Ik neem een foto van een wespje voor latere determinatie en zie in mijn ooghoek een klein motje opvliegen. Zodra die weer gaat zitten maak ik snel een foto. Waar zouden we zijn zonder smart-phone. Op de foto is duidelijk een weegbreemot te zien. Geinig, die zie ik niet vaak.
De grote weegbree is een zeer algemene plant, dus men kan verwachten dat ook de insecten algemeen zijn die van deze plant eten. En inderdaad, de weegbreemot staat ook als algemeen te boek. De mot heeft zijn vliegtijd van april tot en met september, met een heel sterke piek in augustus. Ondanks het algemene karakter is het pas mijn vierde waarneming in Almere. De rupsen leven in een spinselgalerij aan de basis van de plant en doen zich daar tegoed aan het sappige blad. De volgroeide vlinders worden vaak nectar drinkend gezien op paardenbloem en – net zoals deze middag – duizendblad.
Ton Eggenhuizen