Almere Natuur

Dé blog over de Almeerse natuur

De zes-vier-twee regel voor zwanenbroedsels

Een reactie plaatsen

zwaan1De broedzorg van knobbelzwanen is naast erg zichtbaar, ook nog eens legendarisch. Vandaar dat verlies van eieren en/of jongen direct ook tot ophef kan leiden. En de overtuiging dat kwaadwillenden daar dan de hand in hebben gehad. Toch is het maar de vraag of we altijd van ‘verlies’ moeten spreken.

Uit onderzoek blijkt dat ook in ongestoorde populaties van knobbelzwanen niet ieder ei leidt tot een volgroeide vogel. In tegendeel. We hanteren daarvoor de 6-4-2 regel. Binnen een populatie worden per broedpaar gemiddeld zes eieren gelegd. Onbevruchte eieren, predatie en slecht weer zijn er verantwoordelijk voor dat van de zes eieren, gemiddeld maar vier uitkomen. Van die vier uitgekomen eieren redden het er gemiddeld maar twee tot volgroeide vogel. En van die volgroeide vogels blijft ieder jaar de helft ongeveer in leven. Omdat zwanen langlevende soorten zijn (10 jaar is zeker geen uitzondering) is dat voldoende om de populatie in stand te houden.

Uiteindelijk blijven de best aan de omstandigheden aangepaste vogels over. Dit is de survival of the fittest van Darwin. En daarbij verwijst fittest niet naar fitheid, maar naar aangepast (the one that fits the most). Dat lijkt verspilling, maar er wordt in de natuur altijd over geproduceerd om er voor te zorgen dat een deel van het nageslacht het best is aangepast aan de omstandigheden. Die knobbelzwanen zitten er niet mee dat wij als mens daar emoties bij voelen.

Af en toe komt in het nieuws dat eieren en jongen van zwanen geroofd worden. Ze zouden voor “de pot” zijn, of verhandeld als levend ornament voor een vijver in een of ander oliestaatje. De argumentatie is meestal wat dun (mensensporen bij een nest zien we óók bij succesvolle broedgevallen) en een enkel bewezen geval wordt opgeblazen naar de gehele populatie. Al het verlies wordt dan toegeschreven aan die moedwilligheid. Maar stel dat in een stad 50 paar zwanen broedt, dan leggen die gezamenlijk 300 eieren, waarvan 200 uitkomen en maar 100 tot vliegvlug raken. Tweehonderd eieren en jongen zijn niet per se de handel in gegaan.

Er zijn dus verschillende (natuurlijke) oorzaken verantwoordelijk voor de uitval van eieren en jongen. En als de ene oorzaak – bijvoorbeeld slecht weer – een jaar heel laag is, wordt de kans groter dat een andere oorzaak – bijvoorbeeld predatie – juist toeneemt. In de regel leidt dat steeds weer tot gemiddeld die 6-4-2. Maar dat gezegd hebbende, ik wordt echt pissig als moedwillig nesten om zeep worden geholpen. Ettertjes die zwanen sarren, mensen die vinden dat ze moeten ingrijpen “omdat het er anders veel te veel worden”, lieden die er illegaal geld aan willen verdienen, horkerig gedragende watersporters, het is mij een doorn in het oog. Misschien dat het op populatieniveau niets uitmaakt, maar waarom doen mensen dat?

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s