Het vroor, schaatsgekken maakten zich op voor ijsvermaak, de vogels voor een Hongerwinter. Het moest wel erg bont worden met de temperatuur, wilde er nergens meer een wak overblijven. Doordat de vogels samenscholen op de laatste plekjes open water, houden ze het water vanzelf ook open. In de stad leidt dit vanzelf tot voederacties. Nuttig? Zinloos? Schadelijk?
Dierpopulaties veranderen door geboorte en immigratie (groei) enerzijds en sterfte en emigratie (afname) anderzijds. Sterfte hoort er net zo bij als geboorte. Wintersterfte is dus – biologisch gezien – niet erg; ja, zelfs natuurlijk. Het zijn de minst aan de omstandigheden aangepaste dieren die als eerste het loodje leggen. Deze selectie is de belangrijke motor achter het gezond houden van populaties en evolutie. Vrijwel iedere diersoort levert meer jongen dan uiteindelijk in leven kunnen blijven. Cru gezegd: er wordt geproduceerd voor sterfte.
Voeren nuttig?
Het is aannemelijk dat wintervoedering juist díe dieren bevoordeelt, die zich niet aanpassen aan de winters. Een vogel die door een tanend fysiek gestel niet wegtrekt, wordt door bijvoedering in leven gehouden. Maar het zijn lang niet allemaal kneusjes in het wak. Er dobberen vast ook slimme strategen tussen. Geen enkel dier is hetzelfde. Zo heb je meerkoeten die bij het minste of geringste naar het zuiden trekken. Bij een strenge winter is dat slim, maar bij een kwakkelwinter hebben de blijvertjes juist gelijk. Die kunnen als eerste in het voorjaar de beste plekken opeisen. Welk weerbeeld ook, er zijn dan altijd wel een paar die juist daar de rijpe vruchten van plukken.
Voeren zinloos?
Voor de meeste stadse watervogelpopulaties is wintervoedering niet nodig. Als er minder dieren de winter doorkomen, zullen het volgend jaar meer jongen worden geboren, en blijven daarvan ook meer dieren in leven. Het is ook maar de vraag of een dieet van wittebrood wel zo gezond is. Het is goed om te bedenken dat we bijvoeren omdat wíj de dieren zielig vinden. Medelijden is een eigenschap die wij mensen niet alleen voor elkaar, maar ook (soms zelfs nog méér!) voor dieren maar al graag inzetten. De vraag is gerechtvaardigd of dat medelijden de dieren wel helpt.
Voeren schadelijk?
De hoge concentratie vogels in een wak – zeker als deze veelvuldig worden gevoerd – levert een grote hoeveelheid neerdwarrelende vogelpoep in het water op. Al deze vogelpoep vermengt zich met niet genuttigde broodwaren en zakt naar de waterbodem. Bacteriën doen zich daaraan te goed, maar daardoor zakt ook het zuurstofgehalte (toch al beperkt door de ijsbedekking) en nemen gifstoffen toe. Dit zijn geen prettige leefomstandigheden voor overwinterende vissen. Al onze bijvoedering heeft dus vissensterfte tot gevolg. Iets wat onder water en buiten onze blikveld gebeurt. En visetende vogels benadeel je dan juist weer.
Uit mijn eerdere blogs is wellicht al duidelijk geworden, ik denk doorgaans genuanceerd over onderwerpen. Enerzijds-anderzijds; dat soort standpunten. Zo ook over wintervoedering. Ik vind het niet erg al je de eendjes wil voeren, maar overweeg wel eerst alle voors en tegens.