Almere Natuur

Dé blog over de Almeerse natuur


Een reactie plaatsen

Barmhartigheid in de elzen

Bron: Wikimedia Commons

Nu het blad van de bomen is, zijn de elzen langs de Pampushavenweg al van veraf herkenbaar aan de dikke elzenproppen. Een passerende auto jaagt een flinke groep kleine vogeltjes uit de kruinen, waarbij een helder en opgewekt klinkend “chet-chet-chet” uit de vogelkeeltjes komt. Ja hoor, barmsijzen!

Barmsijzen zijn stoere vogeltjes uit het hoge noorden. De doortrek begint pas goed als de meeste andere vogelsoorten al lang en breed in hun wintergebied zitten. November-december zijn de maanden waarin de kans op deze kleine vinkachtigen het grootst is. Deze winter gaat als invasiejaar in de boeken, omdat meer barmsijzen in Nederland worden gezien dan gebruikelijk. Voor vogelaars is een groep barmsijzen echt een uitdaging. Ze goed in de kijker krijgen is al een toer, goed op naam brengen is vers twee. De kennis over de herkenning van verschillende populaties is voortdurend in ontwikkeling, alsook de status die gegeven wordt aan deze populaties. De “dagkoers” is dat er drie verschillende soorten zijn, de kleine barmsijs, de grote barmsijs en de witstuitbarmsijs.

Het basisontwerp van deze drie soorten is hetzelfde, een klein bol bruin gestreept vinkje, met vlammend rood petje en rozerode borst. Aan dat rode petje dankt hij ook zijn naam. Volgens etymologiebank.nl is er vermoedelijk aanvankelijk sprake geweest van ‘barn’, met de betekenis van ‘brandend’ of ‘vlammend’ (vergelijk ook barmhartig = warm van hart). En hoe koud het ook is, ik krijg altijd wel een warm hartje als ik barmsijzen in het veld tref. Barmsijzen zijn samen met gewone sijzen echte elzenzaadeters. De snavels zijn krachtig genoeg om zaden te vermalen, maar hebben ook een scherp puntje om tussen de schutbladeren van de elzenproppen te peuteren. Alleen als de proppen droog zijn en de schutblaadjes open staan, komen ze bij het felbegeerde voedsel. Van die droge zaden krijg je wel een droge strot, zodat de regenplassen langs de weg ook met regelmaat worden bezocht.

Een van de meest bijzondere prestaties van trekvogels staat op naam van een barmsijs. In 2005 werd een barmsijs bij Den Haag gevangen die een Chinese vogeltrekring droeg. Die bleek precies een jaar eerder in Noordoost-China te zijn geringd, op 7500 kilometer afstand. Vermoedelijk was de vogel in 2004 vanuit Siberië in zuidoostelijke richting weggetrokken om het jaar erop een zuidwestelijke koers te vliegen. Inmiddels is de opgevlogen groep weer in de toppen van de elzen aanbeland, bovendien nog eens recht boven mij. Het vergt wat rek en strekoefeningen eer ik de vogels in de kijker krijg. Daarbij zie ik in ieder geval twee mannetjes grote barmsijzen die een feestmaal uit de proppen peuteren.

Ton Eggenhuizen

Advertentie