De buxusmot grijpt in Almere om zich heen. Niet alleen zijn overal nu de witte motten met zwarte omlijsting te zien, de vraat van de rupsen is ook alom vertegenwoordigd. De gemeentelijke bladkorven waar particulieren hun tuinafval kwijt kunnen, liggen vol met afgekloven buxusstruikjes. Getuige de rechte kluiten, zijn het vooral potplanten geweest die nu massaal gedumpt worden.
De buxusmot is een nieuwkomer. De eerste waarneming in Nederland dateert van 2007 (Boskoop) en is mogelijk meegekomen met de import van buxusstruikjes. Het is verrassend om te zien hoe snel de soort Nederland overspoelt. Dit jaar lijkt de soort zelfs extreem algemeen. Omdat de vlinder van nature slechts voorkomt in Azië en hier door toedoen van de mens is gekomen, wordt de soort een exoot genoemd. De vlinders kunnen op tal van planten nectar zoeken, maar de rupsen zijn kieskeurig. Die vreten alleen van buxusstruikjes.
Mijn verwachting is dat we nu op het hoogtepunt van de invasie zijn. Als straks het voedsel uit veel tuinen verdwenen is, zal ook de populatie van de motten gaan crashen. Ook het voedsel, de buxus is niet inheems, de soort komt wel al voor in Midden- en Zuid-Europa; en van daar uit verder oostwaarts. Hoewel de buxus waarschijnlijk al sinds de middeleeuwen wordt gebruikt als tuinplant treedt maar zeer sporadisch verwildering op. De plant lijkt als potplant de laatste jaren wel bij tuincentra een opmars te maken. Feitelijk is de mot dus een exoot op een niet inheemse plant. Een ecoloog zal zich er dus niet snel druk om maken, maar het wel met interesse volgen.
Exoten kunnen de mazzel hebben dat op de nieuwe plek weinig natuurlijke vijanden zijn. Sluipwespen, schimmels en ander “ongemak” zijn bij de onbedoelde introductie namelijk meestal niet meegereisd. Dat zorgt ervoor dat exoten soms erg succesvol kunnen zijn. Het ontbreken van gespecialiseerde parasieten kan namelijk bijdragen aan het succes. Maar voor de buxusmot geldt inmiddels wel dat vogels maar al te graag hun jongen met de rupsen voeren. Buxusmotlarven-etende koolmezen, kauwen en eksters zijn in Nederland al waargenomen.
Terug naar de gemeentelijke bladkorf. Het zijn vooral potplanten die gedumpt zijn. In gedachten zie ik de volledig betegelde tuinen met drie of vier potten met buxusstruiken. En in mijn gedachten krijg ik daar maar geen koolmees bij te zien. Zulke tuinen zijn – ook met de rondlopende katten – geen fijn en veilig biotoop voor een koolmees. Hoe lekker en voedzaam de rupsen ook mogen zijn, een koolmees riskeert niet zijn leven in zo een “tuin”. Het zijn dus niet de mot en struik die exoot zijn, zulke betegelde “tuinen” zijn de exoot.
Ton Eggenhuizen