Almere Natuur

Dé blog over de Almeerse natuur


1 reactie

Hoogvliegers

gierzwermDe een na de andere gierzwaluw schiet door mijn kijkerbeeld. Mijn vogelmaatje houdt zijn horloge in de gaten; vijf voor zes in de ochtend. Na exact vijf minuten staan 450 gierzwaluwen op de teller. Dat betekent dat er in het uur ruim 5000 vogels langs vliegen, allemaal in zuidwestelijke richting. Het is pas 10 juli dus het lijkt onwaarschijnlijk dat dit trekvogels zijn. De zomer moet voor het gevoel immers nog beginnen.

De kans is groot dat het Amsterdamse broedvogels zijn. Over een half uurtje duikt één van de vogels onder een Dapperstraatse dakpan om zijn jongen te voeren. Het voer bestaat voor het overgrote deel uit dansmuggen waar de kusten van het IJssel- en Markermeer zo goed in kunnen voorzien. Niet dat de vogels op het moment de krop er al mee vol hebben zitten. Het is duidelijk dat de vogels van grote hoogte naar beneden komen zeilen en zo hoog zitten die muggen niet. Die muggen moeten in de  komende 25 kilometers tussen Almere en de Dapperstraat worden gevangen.

Wat doen die vogels op grote hoogte? Uit radaronderzoek weten we dat de vogels in de avondschemer in grote groepen cirkelend flink hoogte winnen, tot zo’n 2-3 kilometer. Maar ook dat ze in het donker weer naar beneden komen om veel lager vliegend boven het water te slapen. Hetzelfde gebeurt in de ochtendschemer. Weer klimmen de vogels naar grote hoogte om, als op grondniveau de zon opkomt  naar beneden te komen. Raadselachtig gedrag. Het voedsel maakt niet diezelfde verticale beweging, dus ze doen het niet voor een volle maag. De gedachte is dat ze op die manier zowel het weer kunnen voorspellen als hun eigen positie op de aarde goed kunnen peilen.

Gierzwaluwen verblijven het allergrootste deel van hun leven in de lucht. Ze slapen in de lucht, eten in de lucht, paren zelfs in de lucht. Als er slecht weer op komst is, krijgen gierzwaluwen als luchtjagers het lastig. Niet alleen worden ze zelf nat, ook de muggen vliegen niet. Als een langdurig slechtweerfront zich aandient, vliegen ze net zo makkelijk “even om” naar Frankrijk. Zelfs als ze jongen in het nest hebben, die zijn dan een paar dagen van voer verstoken. Kortom, het weer is van groot belang in het leven van een gierzwaluw.

En hoewel het pas 10 juli is, is de najaarstrek al bijna begonnen. De gierzwaluw wordt ook wel honderddagenvogel genoemd, omdat ze maar drie maanden in Nederland worden gezien. Reken maar na, de gierzwaluw komt eind april in Nederland aan. Honderd dagen later is het eind juli, begin augustus. De piek van de najaarstrek ligt in het midden van juli en over een maandje is er bijna geen gierzwaluw meer in het land.

Ton Eggenhuizen

Advertentie