Almere Natuur

Dé blog over de Almeerse natuur


Een reactie plaatsen

Bambi in de Pampushout

Het moet zo’n vijftien jaar geleden zijn geweest toen ik in de Pampushout een ‘close encounter’ had met een ree. Ik liep nabij het van Wagtendonkpad op zoek naar een buizerdnest. Turend op mijn veldkaart zag ik vanuit mijn ooghoek iets op mij af komen lopen. Ik hield mijn pas in. Ja, ik had het goed gezien, een jong reekalf kwam wat onhandig-slungelig op mij af galopperen. Zij hield mij kennelijk voor haar moeder! Op nog geen meter afstand hield het kalf in, en keek wat verbaasd omhoog.

Haar vergissing realiserend wilde ze zich snel uit de voeten maken. Doordat ze pas een week oud en nog flink onhandig was, leek ze wel Bambi op het ijs. De poten maaiden alle kanten op en pas na enkele momenten was de coördinatie terug en verdween ze “slungel-soepeltjes” in het bos. Vermoedelijk was ik de eerste mens die ze tegen kwam. Het was toen ook nog erg rustig in het bos, er gingen dwaaluren voorbij zonder een mens tegen te komen. Het waren ook de jaren van het roofvogel-walhalla. Rust, ruimte en voedsel in overvloed. Buizerdnesten met vier jongen waren geen uitzondering en we vonden zelfs enkele “vijf-legsels”.

Inmiddels is het drukker geworden en buizerds hebben het moeilijker. De broedvogelaantallen zijn gehalveerd en het aantal jongen per nest komt zelden boven de twee per nest. Ook het aantal reeën lijkt flink te zijn afgenomen, maar daar durf ik eigenlijk weinig zekers over te zeggen. Ik zie ze in ieder geval veel minder vaak. Hier kan natuurlijk wat anders aan de hand zijn, bijvoorbeeld een reactie op de drukte in het bos. Minder zíen betekent nog niet dat er ook minder zíjn. Eén maal een overenthousiaste hond achter je aan en je laat het wel uit je reeënhoofd om al te zichtbaar over het pad te paraderen. Het kan dus ook goed zijn dat ze hun gedrag hebben aangepast.

Af en toe pas ook ik mijn gedrag aan en ga voor dag en dauw het bos in. Het zijn momenten dat ik het bos weer voor mij alleen waan. Vorige week liep ik weer bij het van Wagtendonkpad, nu op weg naar het haviknest dat hier al jaren zit. Ik was ruim voor de eerste hondenuitlaters in het bos. En dat wist de reegeit kennelijk ook dat in de bosrand haar jong stond te zogen. De romanticus in mij (meestal diep verborgen, geef ik toe) wil graag dat ik nu de volwassen Bambi zie die ik vijftien jaar eerder in haar eerste levensweken trof. De realist in mij zegt dat een ree zelden ouder wordt dan zeven of acht jaar. Haar dochter met kleinkind dan maar?

Ton Eggenhuizen

Advertentie