De volkswijsheid zegt: in mei leggen alle vogels een ei. En zoals met veel volkswijsheden klopt er weinig van. Bij werkzaamheden in het groen wordt vaak een periode aangehouden van 15 maart tot en met juni. Maar ook die datum klopt niet en kan je vóór 15 maart best wel vogelnesten vinden.
Je kan vogels ruwweg indelen in soorten die per jaar maar één broedsel produceren, en soorten die – afhankelijk van het weer en vooral het voedselaanbod – meerdere legsels grootbrengen. Zo zijn duiven (stadsduif, houtduif, turkse tortel) in staat om in vrijwel iedere maand nesten te beginnen. Trekvogels daarentegen kunnen natuurlijk alleen maar broeden in de periode dat zij in hun zomerse broedgebied aanwezig zijn. Alhoewel, daar is ook een uitzondering op. De kwartel, die in Nederland met zo een 2-5000 paar broedt, kan ook in de winter in Afrika een legsel grootbrengen.
De timing van het broeden is sterk gerelateerd aan het voedselaanbod. Een koolmees die zijn jongen met wintervlinderrupsen voert, heeft het meest succes als de grootste voedselbehoefte van die jongen samenvalt met de piek in rupsen in mei. Vogels die gespecialiseerd zijn op een voedselbron die nog vroeger in het jaar maximaal is, moet dan ook vroeg een nest maken.
Zo een vroege broedvogel is de kruisbek. De kruisbek is een vinkachtige met een bijzondere snavelbouw. De snavelpunten sluiten niet netjes op elkaar aan en daardoor groeien de snavelpunten langs elkaar heen. Deze kruissnavel stelt de vogel in staat om dennen- en sparrenappels open te peuteren. Kruisbekken zijn dus ware dennenzaadspecialisten. Het meeste zaad vinden ze echter in het vroege voorjaar. Loop eens in een dennenbos met een lentezonnetje en je hoort de dennenkegels openbarsten. Het dennenzaad is rijp en makkelijk bereikbaar, tijd voor de kruisbek om de jongen te voeren. Maar ja, dan moet je dus wel al in februari een nest hebben gebouwd én eieren hebben gelegd.
Ook blauwe reigers zijn er vroeg bij. Het is niet ondenkbaar om een broedende blauwe reiger midden in een sneeuwstorm te zien. Zolang de broedende vogel de eieren maar warm houdt tegen haar buik is er niets aan de hand. Het is nu al een drukte van belang in de kleine kolonie op de Leeghwaterplas. Sinds enkele jaren broeden hier zo’n vijf paar en het zou mij niets verbazen als er al eieren in de nesten liggen. Zeker in deze zachte lente.
De volkswijsheid zegt ook: …behalve de koekoek en de spriet, die leggen in de meimaand niet. Ook dat is onzin, zowel de koekoek als de spriet (kwartelkoning) leggen in mei (en juni) hun eieren.
Ton Eggenhuizen