Veel mensen denken dat het werk van een stadsecoloog zich vooral in park en langs wetering afspeelt. De werkelijkheid is helaas minder kleurrijk. Ik zie meer vergaderruimtes dan natuur- en groengebieden. De spaarzame momenten in het groen moeten worden gekoesterd. Zo is het maar een paar tellen lopen van het kantoor van Flevolandschap naar de parkeerplaats maar de weelderig bloeiende berm en het warme zonnige weer zorgen ervoor dat ik mijn pas inhoud.
Rolklaver, duizendblad en streepzaad lokken hier met hun bloemen nu een myriade aan insecten. Zweefvliegen, wat bloesemboktorren, hommels en bijen zoemen rond op zoek naar stuifmeel en nectar. Plots valt mijn oog op een rondvliegende oranje-gele ‘hommel’. Die kleur komt mij voor een hommel ongewoon voor. Ik grijp naar mijn mobiel omdat een foto de determinatie hopelijk zal vergemakkelijken. Het duurt een tijd eer het insect een geschikte bloem heeft gevonden. De brede bloemenscherm van duizendblad is eindelijk goed genoeg. Tot mijn verbazing is hier helemaal geen hommel geland, het is een dichtbehaarde kever! Een geeloranje kever met zwartgele dekschilden. Ik ken deze van foto’s, het is een penseelkever.
Nu heb je penseelkevers en penseelkevers, het komt vervolgens aan op de details. Details van de pootstructuur wel te verstaan, en dan met name de voor- en middenpoot. Op grond van deze subtiele kenmerken is het onderscheid te maken tussen de twee soorten die in Nederland voorkomen: zonatus en fasciatus. Een uitsteeksel op de middelste poot wijst bij het door mij gevonden exemplaar op zonatus-penseelkever. Beide soorten komen in Lelystad voor al lijkt fasciatus iets minder algemeen. Opmerkelijk genoeg ontbreken beide soorten nog in Almere.
Het loont kennelijk de moeite om bij het duizendblad te zoeken naar rondvliegende geeloranje ‘hommels’. Wie ontdekt de eerste Almeerse penseelkever?
Ton Eggenhuizen