Dit weekend was ik tussen Ens en Kraggenburg vogels aan het tellen voor de SOVON-vogelatlas. Deze streek wordt gekenmerkt door uitgestrekte fruitboomgaarden. Voor een vogelteller een prachtig gebied, omdat hier flinke aantallen vogels te vinden zijn.
David Brouwer van Omroep Flevoland zou met mij meelopen voor een item in het programma Tussen de Dijken. We spraken af in Ens om vervolgens door te rijden naar de Hertenweg in Kraggenburg. Op dit traject zagen we al flinke aantallen grotere lijsters overvliegen. De witte okselveren maakten direct duidelijk dat het om kramsvogels ging. Op zich een niet onverwachte soort, maar de aantallen waren wel ongekend.
Eenmaal in het telgebied bleken daar nog grotere aantallen kramsvogels aanwezig. Door het heen en weer vliegen en het onoverzichtelijke landschap was het onmogelijk om een goede schatting te maken van de aantallen, maar het moeten er zeker enkele duizenden zijn geweest. Een blik in de boomgaarden maakte duidelijk waarom het gebied zo geliefd was bij de kramsen, onder de laagstambomen lagen hele rijen appels. En toen mijn neus aan de koude wind was gewend, rook ik het ook. Door het gistend fruit leek het alsof er duizenden flessen appelcider open stonden. En was het de harde wind of dronkenschap onder de lijsters die verantwoordelijk was voor het ongeordend vliegen? Ik kreeg stellig de indruk van het laatste.
Tellen in de winter is kleden op slecht weer. Of, zoals de Noren zeggen, er bestaat geen slecht weer, alleen slechte kleding. Desondanks werden we overvallen door een pittige bui. Een langfietsende man nodigde ons spontaan uit voor een kop koffie. Een aanbod dat we na anderhalf uur tellen niet afsloegen. Bij de warme koffie hoorden we dat de fruittelers een slecht jaar achter de rug hebben. Door de Russische handelsproblemen was de prijs per kilo die de teler kreeg, niet voldoende om de kosten inclusief het plukken te dekken. De oogst was voor de vogels.
Merels, kramsvogels en koperwieken weten deze voedselbron snel te vinden. En in hun kielzog weten ook sperwers indirect van deze voedselbonanza te profiteren. De dronken lijsters zijn voor deze snelle jager een makkelijke prooi. Levend gemarineerde lijsterborst, hmmmm!!!!
Na drie uur tellen stond de teller op maar liefst zes verschillende sperwers. De koperwiek schatte ik op 100 vogels, van de merel zeker 250 en van de kramsvogel 2-3.000 exemplaren. Het kan niet anders dat straks op de vogelatlas-kaarten voor deze soorten het gebied tussen Ens en Kraggenburg duidelijk herkenbaar is.
Ton Eggenhuizen