Geel-zwart-geel-zwart, het zijn de kleuren van het gevaar. Een insect met deze kleuren betekent oppassen, hoewel lang niet alle geelzwarte insecten gevaarlijk zijn zoals ik eerder schreef over de zebrarups en de stadsreus. Maar (sociale) wespen, kunnen dat wel zijn. De steek is pijnlijk en kan zelfs flinke allergische reacties geven. En als de wesp in kwestie zo’n drie-en-een-halve centimeter groot is, zit de schrik er wel al snel in.
De angst zit er sinds kort nog méér in door de eerste waarneming van aziatische hoornaar, waar de pers uitgebreid verslag van heeft gedaan. Niet dat de steek erger is, of de wesp agressiever. De aziatische hoornaar wordt gevreesd omdat deze wesp verzot is op honingbijen. Ze kunnen flink huishouden onder bijenvolken en worden dus in de eerste plaats door imkers gevreesd. Hun bijen hebben het de laatste decennia toch al te verduren (mijten, gewasbeschermingsmiddelen) en een nieuwe bedreiging kunnen ze er niet bij hebben.
Angst blijkt een slechte raadgever. De in de pers opgeklopte verhalen maakt mensen bang. Zelfs volstrekt ongevaarlijke zweefvliegen als de stadsreus worden aangezien voor “het monster”. En wellicht hebben veel mensen nog nooit gehoord van de Europese hoornaar, ondanks het feit dat hij best wel algemeen is. Ieder groot zwartgeel insect is dan automatisch de Aziatische hoornaar. Zowel de Europese als de Aziatische hoornaar zijn voor ons minder hinderlijk dan de gewone wesp (of je moet imker zijn, natuurlijk). De gewone wesp komt in nazomer en herfst op zoetigheid af. Dan bezoeken ze ook onze terrassen op zoek naar limonade en ijs. Of je ziet ze in de bakkerstoonbank.
Afgelopen weken kwamen ook meldingen uit Almere van vermeende Aziatische hoornaars. Steeds bleek het om de gewone Europese hoornaar te gaan. Dus geen paniek, hoornaars houden niet zo van zoetigheid. Hun voedsel bestaat uit insecten. In veel gevallen zouden we dus best blij kunnen zijn met deze insectenverdelgers. Ze houden het “wriemelig gevleugelte” enigszins in toom. Dus wees blij met hoornaars (of je moet imker zijn, natuurlijk).
Ton Eggenhuizen