Almere Natuur

Dé blog over de Almeerse natuur


3 reacties

Toverballenzwam

We zijn weer op pad om zwanen te ringen. Terwijl maatje Henk naar een brug in de Bloemenbuurt loopt om de vaart af te kijken, geef ik mijn ogen de kost in plantsoen en perk. Mijn oog valt op een flinke paddenstoelenhoed die in het grasland omhoog komt. Als ik naderbij kom, zie ik zo een zestal paddenstoelen die allemaal schijnbaar in een molshoop omhoog komen. Een brede roodbruine hoed, donkere plaatjes aan de onderkant en een enorm dikke witte steel met roze vezelresten, het lijkt me opvallend genoeg om in het paddenstoelenboek te vinden. Snel wat foto’s maken en weer door met het zwanenwerk.

Thuis duik ik met kop thee in de hand de boeken in. Ik blader me suf maar kom er met de beste wil in de wereld niet uit. Wat is dat voor iets vreemds, zo opvallend en dan niet in de boeken te vinden? Ik vraag biodiversiteitsmaatje André om hulp. Die komt er in eerste instantie ook niet uit, gelukkig is de groeiplaats bij hem “om de hoek” en weet ik hem te overtuigen om poolshoogte te gaan nemen. Niet lang daarna krijg ik een “hosanna-whatsappje”. Hij is blij dat hij er langs is gegaan want voor hem was deze zwam ook nieuw. En hij wist de naam te achterhalen, het is de toverchampignon. Met de wetenschap van die naam duik ik wederom in de boeken en nu snap ik waarom ik hem niet kon vinden. Hij staat er helemaal niet in. Internet dan maar op.

De berichten op internet doen mij van de ene verbazing in de andere vallen. De soort is zo vernoemd omdat het vlees bij beschadiging als een toverbal van wit naar gifgeel en vervolgens naar purper verkleurt. Dat is op zich al redelijk bizar. Maar het wordt nog vreemder. De zwam, de enig bekende soort in zijn familie, is pas recent beschreven (in 1977) en dat nota bene in Nederland. Dat betekent dat zo een opvallende zwam voor 1977 nog nooit gezien was. Een verwante familie komt alleen in Afrika voor. Men vermoedt daarom dat de soort een tropische oorsprong heeft, maar daar nog op ontdekking wacht. De soort is inmiddels op meer plekken gezien (een eerdere melding zelfs in Almere), maar ook buiten Nederland komen waarnemingen, Duitsland, België en Engeland hebben de zwam nu ook en zelfs op de Golanhoogten komt hij kennelijk voor.

En dan die relatie met molshopen. Dat lijkt maar zo. De zwam heeft de eigenaardige eigenschap de hoed al onder de grond te ontvouwen en vervolgens in de volle breedte de bovenliggende grond op te duwen. Een grasveld met toverchampignons lijkt wel op een wild mollenfeest. De zwam is zelfs in staat stoeptegels op te duwen. Wat een soort. Wat een vondst. Wat een verhaal, gewoon terloops tijdens het zwanenonderzoek.

Ton Eggenhuizen

Advertentie


Een reactie plaatsen

Gegeten en gedronken

Inktzwammen behoren na de vliegenzwam (die van de “rood met witte stippen”) misschien wel tot de meest bekende Nederlandse paddenstoelen. September en oktober wordt menig grasveld gesierd door de smalle geschubde conische zwammen. Van dichtbij vallen de schubjes en velletjes op de hoed goed op, in grasvelden gaat het dan ook meestal om de geschubde inktzwam. De kale inktzwam, zonder de schubjes en velletjes, groeit op houtstronken en is dus meer een bossoort.

Ik ben zelf niet dol op paddenstoelen, maar ik begrijp dat de inktzwammen in jonge toestand goed eetbaar en zelfs smakelijk zijn. Maar je moet met deze soort wel goed opletten. Niet omdat de soort een giftige look-alike heeft zoals de champignon met de giftige groene knolammoniet. Het gevaar zit hem in wat je bij de inktzwam verder nog nuttigt. In de kale inktzwam zitten namelijk stofjes die in ons lijf slecht samengaan met alcohol. Het begint met rood worden van het gelaat, tintelende armen en benen, hartkloppingen en ritmestoornissen, misselijkheid en braken. Bloeddrukdaling en shock kunnen vervolgens ook nog optreden.

De symptomen kunnen ook toeslaan als het alcohol ruim voor of na (tot twee dagen) de inktzwammaaltijd is genuttigd en naar verluid is zelfs een likeur-bonbon al voldoende om de inktzwammaaltijd te vervloeken. Het verantwoordelijke stofje in de zwam lijkt veel op het geneesmiddel disulfiram (Antabus) dat soms wordt voorgeschreven om alcoholverslaving te bestrijden. Beide stoffen zorgen ervoor dat het afbraakproduct uit alcohol (acetaldehyde) niet verder wordt afgebroken. En die acetaldehyde is verantwoordelijk voor de kater na overmatig alcoholgebruik. Kortom, je krijgt een snelle en langdurige kater van gezamenlijk nuttigen van zwam en alcohol.

De stof schijnt wel in de kale, maar niet in de geschubde inktzwam te zitten. Hoe dan ook, ik laat de inktzwam graag aan anderen. Ik schreef al, ik ben geen paddenstoelliefhebber (op mijn bord). Maar als je er ook al geen goed glas bier bij kan drinken, dan heb ik al gegeten en gedronken.

Ton Eggenhuizen


1 reactie

Spierpijn

20170213_115340Zaterdagochtend, het is koud en af en toe vallen wat sneeuwvlokken. Het is de ideale tijd om wat wilgen te knotten. Het leidt wel tot spierpijn in armen en schouders, maar na gedane arbeid is het goed rusten. Niet te lang want ik heb wat “monsters” meegenomen om te determineren. Zo diep ik uit mijn jaszak een dood wilgentakje op met zwarte kussentjes. De kussentjes zijn hard en hebben kleine putjes, als een heel klein speldenkussen. Daar moet natuurlijk een naam bij gevonden worden.

Via waarneming.nl kom ik al snel bij de juiste identiteit, het is het wilgenschorsschijfje. Binnen Almere is hij nog op één andere plek gevonden, een wilgenbosje in het Pampushout. Niet dat het een zeldzame soort is, hij wordt simpelweg makkelijk over het hoofd gezien. Het wilgenschorsschijfje is een zwam die specifiek op dood wilgenhout voorkomt. De harde kussentjes breken door de bast van een dode tak heen en bedekken op den duur grote oppervlakten. Zoals zo veel zwammen breken zij organische stoffen af in anorganische en vormen dus een belangrijke schakel in de stoffenkringloop.

Zwammen of paddenstoelen worden opgedeeld in zakjeszwammen en steeltjeszwammen. Het zakje en steeltje verwijst naar de manier waarop de sporen worden gevormd. Ofwel acht microscopische sporen in een zakje, ofwel vier aan een steeltje. Een steeltjeszwam is dus niet vernoemd naar de steel die we met het blote oog onder de “modelpaddenstoel” zien. Mijn schorsschijfje behoort tot de zakjeszwammen.

De zakjeszwammen omvat een grote groep organismen. Het schorsschijfje is slechts één van de circa 65.000 beschreven soorten. Andere bekende vertegenwoordigers zijn de zwammen die met algen de samenlevingsvorm van korstmossen vormen. Verreweg de bekendste is echter Penicillium chrysogenum, de schimmel waaruit penicilline wordt gewonnen. Van het schorsschijfje is geen medicinale werking bekend. Tegen mijn wilgenknot-spierpijn zal het ook vast niet helpen.

Ton Eggenhuizen


Een reactie plaatsen

Op de rottende bladeren van smeerwortel

cam06420De Oostvaardersdijk is gemaaid, maar de rottende resten van smeerwortel zijn nog goed herkenbaar. Het bloeiseizoen zit er voor deze soort al eventjes op, de plant heeft zijn zaad kunnen verspreiden en trekt zich terug in zijn wortel. Veel is er na het maaien niet van de plant overgebleven, het is vooral een klein wit paddenstoeltje die de identiteit van de plant prijsgeeft.

Rond de voet van de rottende bladeren is het helderwit van Hemimycena candida opvallend, ondanks het feit dat het paddenstoeltje zo klein is. In het Nederlands heet het smeerwortelmycena. Logisch, omdat we het zwammetje alleen op smeerwortels zien. Kennelijk is het rottende materiaal zo specifiek in samenstelling dat er geen andere paddenstoel op kan leven en ook zo specifiek dat we de paddenstoel nergens anders aantreffen. Bovendien zien we hem niet op alle smeerwortels terug. Smeerwortels die de wortels in klei hebben zijn duidelijk favoriet, op veengrond komt de plant wel voor maar wordt de schimmel nauwelijks gezien.

De smeerwortelmycena wordt vooral op afgemaaide smeerwortels gezien, precies zoals op de Oostvaardersdijk. Het fragiele kleine paddenstoeltje is doorgaans maar enkele dagen tot twee weken te zien. Voeg dat alles aan het feit dat de herfst ook nog eens redelijk warm en nat moet zijn, en het wordt wel duidelijk dat het maar zelden gezien wordt.

Schimmels worden vaak als schadelijk gezien, heeft de smeerwortel dan geen last van de mycena? Op de Oostvaardersdijk zijn zowel waardplant als schimmel algemeen. Het zou een erg slechte strategie zijn als de schimmel volledig afhankelijk is van die ene plantensoort en vervolgens dezelfde plant te gronde zou richten. We zien hier dus geen parasiet aan het werk, het is een vreedzame samenleving.

Ton Eggenhuizen


Een reactie plaatsen

Hondenkluif in het gras

20151202232455Vraag een willekeurig persoon een paddenstoel te tekenen en in negen van de tien gevallen zal het resultaat de “rood met witte stippen”-vliegenzwam opleveren. Toch is dit archetype van de paddenstoel maar één van de 8000 schimmels die Nederland rijk is. Het rijk van de paddenstoelen is niet alleen groot in aantal maar ook zeer veelvormig. De witte kluifzwam is één van de vele andere vormen. Dit jaar lijkt de soort erg algemeen.

De witte kluifzwam is een grillig gevormde paddenstoel met een uit vergroeide stengeltjes bestaande stam en een hoed die nog het meest weg heeft van een verfrommeld vel papier. Het totale uiterlijk heeft veel weg van een – al eventjes bekloven – hondenkluif. De kluifzwam is net als de andere paddenstoelen het (meestal) bovengrondse voortplantingsorgaan van een schimmel. De schimmel leeft in de bodem of op ander substraat (meestal hout). We zien dus eigenlijk maar een klein deel van het hele organisme. Dit jaar zijn de kluifjes praktisch overal in Almere aan te treffen. De schimmel leeft van dood plantenmateriaal en is te vinden in bossen en lanen op humusrijke zand en klei.

Zoals gesteld, het lijkt erop dat dit jaar een topjaar voor de witte kluifzwam is. Toch geldt dat waarschijnlijk alleen voor het vruchtlichaam. De schimmel zelf zal er ook wel zijn in magere jaren, de omstandigheden zijn er dan echter niet naar om de vruchtlichamen te ontwikkelen. Deze worden alleen aangemaakt als de temperatuur en vochtigheid geschikt zijn voor het maken en verspreiden van de sporen.
In tegenstelling tot bloemen van zaadplanten vindt de bevruchting niet in de paddenstoel plaats. Ook deze vindt ondergronds plaats. Ondergrond leven namelijk “mannelijke” en “vrouwelijke” schimmels en waar deze versmelten, worden de paddenstoelen gevormd. De paddenstoel is dus niets anders dan een orgaan om de sporen te kunnen verspreiden. Bij de witte kluifzwam worden deze op de hoed gevormd.

Hoewel de witte kluifzwam er voor ons wellicht minder smakelijk uit zal zien, werd deze vroeger wel gegeten. Tegenwoordig wordt dat afgeraden. Uit onderzoek is gebleken dat de paddenstoel spijsverteringsproblemen en zelfs kanker kan veroorzaken. We kunnen dus slechts van de bizarre vormen genieten. En wellicht voor die ene niet-vliegenzwamtekenaar: probeer eens een kluifzwam!

Ton Eggenhuizen