Almere Natuur

Dé blog over de Almeerse natuur


Een reactie plaatsen

Bosbeheer

CAM04935Almere is rijk aan bos. Het Almeerderhout is met 1400 ha het grootste gebied. Naast houtproductie en natuur, heeft het gebied ook voor recreatie een belangrijke functie. Een nog weinig ontdekt deelgebied is het museumbos. Een aantal landschapsparken van elk één hectare vormen het museum. Hier krijgt “de natuur is leermeesteres van de kunst” (Natura Artis Magistra) een heel eigen betekenis. Zelf vind ik het “Zalm in blik” één van de meest bijzondere.

Dit landschapspark is ontwikkeld door – toepasselijke naam – Ruud van den Bosch. Het hectare-grote vierkante gebied is op de hoekpunten gemarkeerd met vijf meter hoge eikenhouten palen. Binnen deze palen wordt het bos overgelaten aan de natuurlijke processen. Wat ik er zo bijzonder aan vindt? Dat is de omdraaiing van natuur en kunst. Hier lijkt namelijk de kunst juist weer leermeesteres voor de natuur (of in ieder geval, voor de natuurbeheerder). Dat is op zich weer opmerkelijk, dat een kunstenaar moet bedenken wat de ultieme manier van natuurbeheer is. En het is – pak weg – 1400 keer te klein.

Ik heb al eens eerder op deze blogsite verteld over het Flevolands populierenbos en hoe fraai en rijk dat is aan natuurwaarden. Het is buitengewoon spijtig dat we zo weinig alle stadia van populierenbos zien. Als het hout oogstbaar is, wordt het gekapt en in veel gevallen is dit de opmaat naar “bosverduurzaming”. Wat er duurzaam is aan het kappen van bomen, heb ik nooit goed begrepen. Wat eigenlijk bedoeld wordt, is dat er langzamer groeiende soorten voor in de plaats komen. Maar dat betekent dat je bestaande natuurwaarden ook vernietigd, en dat je vervolgens decennia zit met de natuurarme stakenfase van onder meer eik en beuk. Niks duurzaams aan, zou ik zeggen.

En, de populieren worden gekapt voordat ze in een aftakelingsstadium komen. En juist dat stadium kent weer heel eigen dieren, schimmels en planten die daarvan profiteren. Het is niet voor niets dat daar heel zeldzame soorten tussen zitten. We laten het immers nooit zover komen met populieren.

Het is de vraag – en het antwoord maken we niet mee – hoe het Ruud van den Bosch-bos er over honderd jaar uit zal zien. Wat ik nu wel al kan voorspellen is dat het veel te klein is om werkelijk de natuurlijke processen hun gang te laten gaan. Veel organismen en zeker de populaties van organismen hebben een leefgebied dat veel groter is dan die ene hectare.

Ton Eggenhuizen

Advertentie


Een reactie plaatsen

Populier populair?

bomenklimPopulieren horen bij Flevoland, zoals Frank de Boer bij Ajax. Deze snelgroeiende boom is in de beginjaren veel aangeplant en heeft het beeld van de Flevolandse natuur sterk bepaald. Door de snelle groei ontstond ook snel een bos. Bos om te wandelen, bos voor houtproductie, maar vooral ook bos om de stad vorm te geven.

De snelle groei maakt de soort ook kwetsbaar voor stormen. Een stevige storm kan een flink deel van de bomen ontwortelen of zelfs doen afknappen. Nu veel populieren aan het eind van hun cyclus zijn, worden flinke oppervlakten gekapt en weer ingeplant met “duurzame” houtsoorten. Let wel, de cyclus is niet de volledige levenscyclus, maar de cyclus zoals daar vanuit de houtoogst tegenaan gekeken wordt. De bomen worden gekapt op het moment dat deze voor de houtopbrengst nog het meest opbrengt.

En ook het begrip “duurzame” houtsoorten is maar betrekkelijk (ik plaats duurzaam niet voor niets tussen aanhalingstekens). Wat bedoeld wordt is dat er soorten worden terug geplant die langzamer groeien, harder hout opleveren en meer geld in het laatje brengen. Duurzaam is in dit verband niet veel meer dan het gebruik van een modieus woordje. Populieren zijn niet meer populair. Het wordt gezien als tijdelijke oplossing, saai bos, “wijkhout” dat kan wijken voor “echte” bomen. En dat is om meerdere redenen dood- en doodzonde.

Wie in het voorjaar rond zonsopgang in het Almeerderhout loopt, loopt als het ware tegen een “wall of sound” aan van zingende zanglijsters en merels. Soorten die het prima naar hun zin hebben in populierenbos. Ze eten onder andere de slakken die zich op hun beurt tegoed doen aan de algen op de boombast en de verse blaadjes.

Een volwassen populierenbos kent een heel fraaie verticale gelaagdheid. Onder de hoogopstekende boomkruinen (soms tot wel 40 meter!) vinden we in het optimale geval een laag met jongere bomen zoals eik en es. Daaronder vindt je de struiklaag (meidoorn, vlier) en daaronder de kruidlaag. Deze laatste wordt op de rijke Flevolandse klei gedomineerd door brandnetel en kleefkruid. Langs de bosranden vindt je fluitenkruid en look-zonder-look, allemaal kruiden die veel door vlinders worden gebruikt. Iedere laag kent zijn eigen levensgemeenschap.

Als zo een volwassen populierenbos wordt gekapt, worden er in bijna alle gevallen die langzaam groeiende houtsoorten voor terug geplaatst. En daar is niet alleen de populier mee verdwenen, ook vrijwel alle lagen van het populierenbos. Een perceel essen of eiken bevindt zich de eerste twintig jaar in een ecologisch zeer magere “stakenfase”. De bomen doen een wedstrijdje “naar de zon groeien” waardoor de boomkruinlaag zeer gesloten is. Zonlicht dringt nauwelijks meer door op de bosbodem, waardoor kruiden en struiken geen kans krijgen. Bij langzaam groeiende soorten duurt deze magere stakenfase veel langer dan bij snelgroeiers.

De populierenbossen in Oostelijk Flevoland tonen aan dat we best nog wel twintig jaar door kunnen met onze populieren. Zolang het bos maar redelijk intact blijft, heeft wind veel minder vat. En dan nog, wat is er mis met een omgevallen boom? Ook die vervult weer allerlei rollen in het bos ecosysteem. En zelfs zeearenden (en boommarters…) vinden die oude bomen prachtig. Zo een gigantische arendnest in een populier, dat lijkt me voor het Almeerderhout ook wel een aanwinst.

Ton Eggenhuizen


Een reactie plaatsen

Onopvallend prachtig

Almeerse populierenbossen hebben een slecht imago: waaibomenhout, saai, niet duurzaam. Dat imago is onterecht.

Een vroege ochtend in april maakt duidelijk welke biologische rijkdom in deze bossen schuilt. De zanglijsters zingen dan om het hardst. Ze bereiken hier de hoge dichtheden door de enorme aantallen huisjesslakken die op hun beurt de algen en mossen van de bomen afgrazen. Als het vroege ochtendkoor wat verstomd, krijgen ook bijzonder soorten als wielewaal, appelvink en zomertortel de kans om zich te laten horen. De oudere bossen met open kruinen hebben een weelderige ondergroei van kleefkruid en brandnetels. De laatste zijn favoriete voedselplanten van veel vlinderrupsen. Jongere bomen laten minder licht toe tot op de bosbodem en dat vormt het ideale milieu voor een onopvallende schoonheid: de brede wespenorchis. De plant kan soms tot wel 60 centimeter hoog worden en wordt bestoven door – hoe kan het ook anders – wespen. Van begin juni tot ver in augustus is deze orchidee te vinden. De afzonderlijke bloempjes zijn niet groter dan anderhalve centimeter en staan in een eenzijdige tros van 30 – 60 stuks. Zacht groene en roze tinten afgewisseld met paarsbruin in een kunstig geconstrueerd bouwwerkje. Op de knieën met een loep is deze pracht het best te bewonderen.
Populierenbos is prachtig – voor wie er oog voor heeft.