Almere Natuur

Dé blog over de Almeerse natuur


Een reactie plaatsen

Vuurwerk

Glas bubbels in de ene, en een oliebol in de andere wachten we weer op het sein om onze geliefden een gelukkig en gezond nieuwjaar te wensen. Ondertussen is de hond trillend van angst voor het vuurwerk in een hoekje weggekropen. Het beste is om er geen aandacht aan te besteden, maar als je haar paniek ziet is dat best lastig.

Niet alleen onze huisdieren hebben last van het vuurwerk. Stadsvogels zitten er ook middenin. Er zijn maar weinig harde gegevens over bekend, maar iedereen kan in de eigen tuin ervaren dat de laatste dagen van december er minder vogels zijn. Bovendien zijn de overgebleven vogels erg schrikachtig. Iedere knal in de buurt doet de vogels in de struiken vluchten om pas na een flinke tijd weer terug naar het voerderhuisje te vliegen.

Er zijn de nodige anekdotische aanwijzingen van vogels die kennelijk de stad met haar vuurwerk ontvluchten, Zo zag ik zelf op 31 december van 2008 een knobbelzwaan midden in de polder op een boeren erf, die in de nazomer door ons in de stad was geringd en tot ver in december daar aanwezig was gebleven. Op 4 januari 2009 was de vogel weer terug in de stad. Een andere vogel – de op wereldschaal kwetsbare – ijseend die al voor de achtste winter bij de pier van Huizen overwintert, werd plotseling op 1 januari van dit jaar in het veel rustigere Pampushaven teruggevonden.

Een harder bewijs van de grote onrust onder vogels is te zien als we radarbeelden bekijken van de oudjaarsnacht. Deze radarbeelden brengen normaal gesproken de regenbuien in beeld. Als het niet regent zie je om klokslag twaalf de lucht in één klap dichtlopen. Dat zijn geen plotselinge buien, of samenklonterende kruiddampen, maar duizenden vogels die in blinde paniek het luchtruim kiezen. In bijgevoegde link is dat mooi te zien op de beelden van oud-en-nieuw 2014-2015 en 2015-2016. Dit soort nachtelijke vluchten zijn zeer risicovol. In enkele gevallen leidde dat tot flinke sterftecijfers.

Ikzelf ben geen liefhebber van vuurwerk, ik wil er best even naar kijken, maar eigenlijk ontgaat mij de lol ervan. Bovendien vind ik de ruim 70 miljoen euro die in een half uur in luchtvervuiling en straatvuil wordt omgezet (steevast zes maal zoveel als ons “vrijgevig volkje” voor het terugdringen van het leed in de wereld overheeft bij Serious Request) tamelijk pervers.

Ton Eggenhuizen
(deze blog is een bewerkte versie van een eerdere blog. Helaas is er nog weinig veranderd).

Advertentie


1 reactie

Hoogvliegers

gierzwermDe een na de andere gierzwaluw schiet door mijn kijkerbeeld. Mijn vogelmaatje houdt zijn horloge in de gaten; vijf voor zes in de ochtend. Na exact vijf minuten staan 450 gierzwaluwen op de teller. Dat betekent dat er in het uur ruim 5000 vogels langs vliegen, allemaal in zuidwestelijke richting. Het is pas 10 juli dus het lijkt onwaarschijnlijk dat dit trekvogels zijn. De zomer moet voor het gevoel immers nog beginnen.

De kans is groot dat het Amsterdamse broedvogels zijn. Over een half uurtje duikt één van de vogels onder een Dapperstraatse dakpan om zijn jongen te voeren. Het voer bestaat voor het overgrote deel uit dansmuggen waar de kusten van het IJssel- en Markermeer zo goed in kunnen voorzien. Niet dat de vogels op het moment de krop er al mee vol hebben zitten. Het is duidelijk dat de vogels van grote hoogte naar beneden komen zeilen en zo hoog zitten die muggen niet. Die muggen moeten in de  komende 25 kilometers tussen Almere en de Dapperstraat worden gevangen.

Wat doen die vogels op grote hoogte? Uit radaronderzoek weten we dat de vogels in de avondschemer in grote groepen cirkelend flink hoogte winnen, tot zo’n 2-3 kilometer. Maar ook dat ze in het donker weer naar beneden komen om veel lager vliegend boven het water te slapen. Hetzelfde gebeurt in de ochtendschemer. Weer klimmen de vogels naar grote hoogte om, als op grondniveau de zon opkomt  naar beneden te komen. Raadselachtig gedrag. Het voedsel maakt niet diezelfde verticale beweging, dus ze doen het niet voor een volle maag. De gedachte is dat ze op die manier zowel het weer kunnen voorspellen als hun eigen positie op de aarde goed kunnen peilen.

Gierzwaluwen verblijven het allergrootste deel van hun leven in de lucht. Ze slapen in de lucht, eten in de lucht, paren zelfs in de lucht. Als er slecht weer op komst is, krijgen gierzwaluwen als luchtjagers het lastig. Niet alleen worden ze zelf nat, ook de muggen vliegen niet. Als een langdurig slechtweerfront zich aandient, vliegen ze net zo makkelijk “even om” naar Frankrijk. Zelfs als ze jongen in het nest hebben, die zijn dan een paar dagen van voer verstoken. Kortom, het weer is van groot belang in het leven van een gierzwaluw.

En hoewel het pas 10 juli is, is de najaarstrek al bijna begonnen. De gierzwaluw wordt ook wel honderddagenvogel genoemd, omdat ze maar drie maanden in Nederland worden gezien. Reken maar na, de gierzwaluw komt eind april in Nederland aan. Honderd dagen later is het eind juli, begin augustus. De piek van de najaarstrek ligt in het midden van juli en over een maandje is er bijna geen gierzwaluw meer in het land.

Ton Eggenhuizen


2 reacties

Zingende bosengeltjes

koperwiek ijmeer (1)Het is een frisse heldere ochtend in maart. Met de jaskraag opgezet en de handen diep in de zakken loop ik het Almeerderhout in. Ik ben op zoek naar oude roofvogelnesten die goed zichtbaar zijn nu het blad nog niet aan de boom zit. Maar ik kijk niet alleen naar boven, naar de boomkruinen. Ook mijn oren staan voortdurend open. Verderop klinkt uit vele zoetgevooisde kelen een zacht vogelgezang. De groep is zeker enkele tientallen zingende vogels groot. Doordat ze door elkaar zingen is de toon van de zang moeilijk te duiden. Het is voor mij de ultieme aankondiging van de lente.

Met mijn schoenmaat 46 is een takje op de bosbodem al snel getroffen. De plotselinge krak doet in één keer het vogelkoor – als door een meesterdirigent aangegeven verstommen. Het wordt zelfs zo stil dat ik onbewust mijn adem inhoud. Enkele tellen later vliegt er uit de onderbegroeiing  hoog schrie-roepend een kleine lijster omhoog. En nog één, en nog één, vier, vijf, tien….; uiteindelijk vliegen ruim veertig vogels de boomkruinen in. Na verloop van tijd hervatten ze de koorzang. Nu is ook het luide en melancholisch klinkende truuu-truuuu-truuuu-truuuu te horen. Het kan niet missen, dit zijn koperwieken.

Koperwieken broeden in de taiga van Scandinavië en Rusland. En de zang ken ik ook goed uit de Noorse en Finse bossen die ik mocht bezoeken. Hun gezang in het Almeerderhout is dus niet ingegeven door territoriumdrang. Dat zou ook lastig te rijmen zijn met het gezamenlijk optrekken. Ze doen het ook niet om mij te plezieren, hoewel het wel die uitwerking heeft. Waarom ze dan wel zingen, is moeilijk te duiden. Is het onrust? Trainen van de keel?

Deze vogels trekken ’s nachts. In een breed front, elkaar op gehoorafstand houdend, wordt de vlucht naar het broedgebied gemaakt. Net als in het najaar is dat soms op radars te zien. Toen de radar vlak voor de tweede wereldoorlog zijn opmars maakte, zag men ook die vele kleine vlekjes. Lang bleef het een mysterie wat die puntenwolkjes voorstelden. Vliegtuigen konden het niet zijn. Zoveel vlogen er niet en ze bewogen ook te langzaam. Ook verdwenen ze soms vrij plotseling. Ze zijn lang voor storingen gehouden en werden in Engeland ‘angels’ genoemd. Er was een vogelaar in dienst van de Royal Air Force voor nodig om het mysterie te ontrafelen. Hij ontdekte dat een radarbeeld wel erg overeenkwam met het patroon van een spreeuwenslaapplaats in de omgeving.

Inmiddels is ook een sperwer op het gezang afgekomen. Waar vogels zingen, is zijn tafel immers gedekt. Een koperwiek is qua grootte ook een ideale sperwerprooi. Bovendien zitten ze zo vlak voor de trek flink in hun vet. Maar dit keer vangt hij bot. Door mijn aanwezigheid zijn ze al alert genoeg om het sperwergevaar op tijd te onderkennen.

Het zal niet lang meer duren eer het blad aan de bomen komt en de koperwieken naar het noorden gaan. Tot die tijd geniet ik stilletjes van mijn bosengeltjes.

Ton Eggenhuizen


Een reactie plaatsen

Vuurwerk

zeearendSinds ik in Almere woon en daar oud-en-nieuw vier, schiet – met de vuurpijlen buiten – meteen deze vraag door mijn hoofd: hoe zou de zeearend dit spektakel ervaren? Midden in de rustige Oostvaardersplassen, ziet deze magnifieke  roofvogel op diverse plaatsen aan de horizon een kleurrijk onweer. Ik kan me niet voorstellen dat dit géén onrust zou opleveren.

En dan zit deze vogel nog op grote afstand van het geknal en geflits. Stadsvogels zitten er middenin. Er zijn maar weinig harde gegevens over bekend, maar iedereen kan in de eigen tuin zien dat de laatste dagen van december er minder vogels zijn. Bovendien zijn de overgebleven vogels erg schrikachtig. Iedere knal in de buurt doet de vogels in de struiken vluchten om pas na een flinke tijd weer terug naar het voerderhuisje te vliegen.

Verder zijn er de nodige anekdotische aanwijzingen van vogels die kennelijk de stad ontvluchten, Zo zag ik zelf op 31 december van 2008 een knobbelzwaan in de polder, die in de nazomer door ons in de stad was geringd en tot ver in december aanwezig was gebleven. Op 4 januari 2009 was de vogel weer terug in de stad. Een andere vogel – de op wereldschaal kwetsbare – ijseend die al voor de achtste winter bij de pier van Huizen overwintert, werd plotseling op 1 januari van dit jaar in het veel rustigere Pampushaven teruggevonden.

Een harder bewijs van de grote onrust onder vogels is te zien als we radarbeelden bekijken van de oudjaarsnacht. Deze radarbeelden brengen normaal gesproken de regenbuien in beeld. Als het niet regent zie je om klokslag twaalf de lucht in één klap dichtlopen. Dat zijn geen plotselinge buien, of samenklonterende kruiddampen, maar duizenden vogels die in blinde paniek het luchtruim kiezen. In bijgevoegde link is dat mooi te zien op de beelden van oud-en-nieuw 2009-2010 en 2011-2012. Dit soort nachtelijke vluchten zijn zeer risicovol. In enkele gevallen leidde dat tot flinke sterftecijfers.

Ikzelf ben geen liefhebber van vuurwerk, ik wil er best even naar kijken, maar eigenlijk ontgaat mij de lol ervan. Bovendien vind ik de ruim 70 miljoen euro die in een half uur in luchtvervuiling en straatvuil wordt omgezet (steevast zes maal zoveel als ons “vrijgevig volkje” voor het terugdringen van het leed in de wereld overheeft bij Serious Request) tamelijk pervers.

Ton Eggenhuizen