Geler dan geel steken de bloemen van de scherpe boterbloem al weer boven het vorige week gemaaide gras op de Oostvaardersdijk. Alle bloemen zijn op de zon gericht waardoor het geel je nog meer dan anders tegemoet komt. Talloze insecten kruipen in de bloempjes, niet voor de nectar want die maakt de boterbloem nauwelijks. Ze zijn hier om andere redenen.
In de eerste plaats vliegen ze op de boterbloem vanwege het rijkelijk aanwezige stuifmeel. Boterbloemen hebben een flink aantal helmknoppen, dus voedsel in overvloed. En door van bloem naar bloem te vliegen zorgen de insecten direct ook voor de bestuiving. Maar de bloem heeft nog meer te bieden. De kroonbladen vormen een kommetje dat het zonlicht als een parabool naar het midden van de bloem brengt. Dat is dus een lekker warm plekje voor een insect om op de vroege ochtend op te warmen.
De scherpe boterbloem dankt zijn naam aan de scherpe smaak. Koeien zijn er niet dol op en in weidegebied is de gele boterbloem vaak het enige wat kleur geeft aan het hardgroen van het gras. Raaigrasweiden zijn eiwitrijk en dus goed voor de productie. Raaigras heeft daarvoor echter een flinke mestgift nodig. Er zijn maar weinig andere planten die die mestgift verdragen. De scherpe boterbloem is daar één van.
Gaande de dag volgen de bloemen de langs het zwerk glijdende zon. De hele dag kunnen de insecten zich zo opwarmen aan de zonnecollector. Maar de zon schijnt natuurlijk lang niet altijd en soms regent het zelfs. Er zijn boterbloemsoorten die voor hun bestuiving afhankelijk zijn van de regen. Het komvormig bloempje vangt de regen op en het vettige stuifmeel lift op het wateroppervlakte mee naar een stamper. Die truc geldt niet voor de scherpe boterbloem, Die laat juist bij regen de bloempjes hangen. En ook dat merken de insecten op. De zonnecollector op zijn kop, vormt dan ineens een paraplu. Een gele schuilplaats voor de regen.
Ton Eggenhuizen