Het is een januari-ochtend en hoog over Almere vliegen grote formaties ganzen luid roepend naar het zuidwesten. Een beeld dat voor mij net zo bij de winter hoort als sneeuw, schaatsen en erwtensoep. Maar we kunnen nu nauwelijks van een winter spreken. Kondigen deze vluchten toch het naderen van een koudeperiode aan?
De beste overwinteringsplek voor een gans is het gebied waar voldoende te eten is, maar die wel zo dicht mogelijk bij het broedgebied ligt. Dat betekent dat ganzen (net als kieviten en tal van andere soorten) zich in de winter rond de vorstgrens ophouden. Gaat het vriezen dan vliegen de vogels naar het zuiden, om weer naar het noorden te vliegen zodra het kwik weer boven nul komt. Dat lijkt verspilde moeite, maar een retourtje Friesland-Zeeland is een fractie van de totale vlucht die de vogels naar Siberië moeten opbrengen.
Naast voedsel (voornamelijk eiwitrijk gras en oogstresten) is ook open water van groot belang om veilig te kunnen slapen. Nederland is van oudsher ganzenland, omdat het veel grote wateren heeft (grote meren, rivieren, delta) en op de 0 graden januari-isotherm ligt. Door ons hoog-productieve landbouwpraktijk, vinden de vogels zelfs in januari nog eiwitrijk gras. Deze landbouw is de belangrijkste motor geweest achter de groeiende ganzenpopulaties.
Terug naar de ganzenformaties; toen ik een klein jongetje was vertelde mijn vader dat de ganzen wegvluchten voor de vorst, en dat je dat kon zien aan de wijze waarop ze vlogen: in een grote V. Ik was toen nog niet zo slim om te vragen of ze dan in een D vlogen bij invallende dooi, en of ze in Duitsland dan misschien in een F vlogen. De V-formatie is ook niet bedoeld om voor ons een weersvoorspelling in de lucht te schrijven. Het is simpelweg voordeliger om in de slipstream van een vogel schuin voor je te vliegen.
De vluchten die we nu veelvuldig zien, zijn ook helemaal geen aanwijzing voor opkomende kou. Het zijn vogels die in de Oostvaardersplassen slapen en in de Gooi/Eemvallei en in Waterland foerageren. Dat zijn voedselvluchtafstanden die vogelonderzoekers vroeger voor onwaarschijnlijk hielden. Kennelijk is de nachtelijke veiligheid in onze plassen optimaal, alsook het voedsel in Waterland en rond de Eem. Dat is dus wel een iets langere vlucht waard.
Het is een januari-avond en boven Almere vliegen de ganzen weer naar het noordoosten. Het babbelend geblaf van de brandgans, het hoge gekef van de kolgans, het ganzengegak van de grauwe gans, het zijn de duizendtallen van deze soorten die de Oostvaardersplassen in de winter bevolken.