Almere Natuur

Dé blog over de Almeerse natuur


Een reactie plaatsen

Schollevaar in de koude morgen

De oosterhemel kleurt van oranjerood naar lichtblauw. Nog even en de zon klimt boven de horizon op deze koude decemberochtend. De telefoonmast naast het zwembad in Almere stad steekt scherp af tegen het ochtendlicht. Bovenop de mast: een aantal zwarte silhouetten. Aalscholvers. Die zitten niet alleen te rusten, de vleugelbewegingen en het hese geluid maakt duidelijk dat de vogels naar elkaar zitten te baltsen. De winter moet nog beginnen maar deze vogels hebben het voorjaar al in de bol.

Ja, voor de aalscholver begint het voorjaar al midden in de winter. Het verenpakkie kleurt vaak al in november naar het “bruidskleed”. De kopveren worden wit en op de dijen verschijnt een helder witte vlek van veren. De naakte delen rond de snavel kleuren geel en oranje. Ze lokken een partner en houden rivalen op afstand met het maken van krorrende gruntende geluiden. De staart ietwat opgewipt, de vleugels laag waarbij de vleugelpunt precies voor de witte dijvlek valt. Door de vleugels te bewegen wordt de dijvlek als een reflector ritmisch getoond. Aan-uit-aan-uit-aan-uit. Onweerstaanbaar voor de goede verstaander.

De eerste eieren worden soms al eind januari gelegd. Als dan alsnog de winter invalt is het een opgaaf om in die kou de eieren warm te houden. Veel broedsels gaan dan toch verloren. Dat is op zich geen probleem, er is nog een lange periode waarin een tweede of zelfs derde broedsel kan worden begonnen. Onder de aalscholvers zien we deze vroege starters maar ook treuzelaars. Verschillende broedstrategieën die onder verschillende omstandigheden verschillende uitkomsten hebben. Aalscholvers doen aan risicospreiding. Het broedseizoen is dan ook erg lang voor de aalscholver, een kenmerk dat ze delen met de andere soorten van de pelikanenfamilie.

Gaan de zwembad-aalscholvers daar broeden? Dat lijkt me niet waarschijnlijk. De kolonies liggen in het Naardermeer, de Lepelaarplassen en de Oostvaardersplassen. Er rusten en baltsen wel vaker aalscholvers op de zend- en hoogspanningsmasten in en rond Almere en tot nu toe heeft dat niet tot een broedgeval geleid. Onmogelijk is het niet, wel ietwat onwaarschijnlijk. De vogels broeden het liefst in ondoordringbare moerassen waar zij zich veilig wanen tegen predatoren en kwaadwillende lieden. De vogels verlaten straks hun zitstek, gaan in de vaarten en op de plassen van Almere jagen en vertrekken straks met volle maag naar de kolonies. Broedstekkie veiligstellen, nest verder opkalefateren, baltsen en wachten op het “voorjaar”.

Ton Eggenhuizen

Advertentie


1 reactie

Duckstad nieuws – II

IMG-20150414-WA0000Het is voorjaar en de vogels maken zich op voor het broedseizoen. Wilde eenden zijn er al vroeg bij, begin april zitten de meeste vrouwtjes al op de eieren. Voor het nest is veiligheid de eerste prioriteit, maar daarbij wordt niet altijd voldoende vooruit gekeken. Het eendennest in de Aardbei-patio (dependance stadhuis Almere) ligt er veilig bij, maar als de eieren uitkomen is er wel een probleem.

Dat er in de patio op de tweede verdieping een wilde eend broedde, werd duidelijk toen er een woerd dagenlang met zijn spiegelbeeld aan het vechten was. De eendenman pikte driftig tegen het glas van de ramen en deuren. Dat kon maar één ding betekenen: hij moest wel een wijfje vlakbij op de eieren hebben. Een snelle inspectie van de plantenbakken leverde het bewijs. Volledig vertrouwend op de schutkleur bleef het vrouwtje op de eieren. Een uur later was zij weg en kon het legsel worden geteld, 7 eieren.

Eenden beginnen pas echt met broeden als het legsel volledig is. Tijdens de leg (ongeveer één ei per dag) komt het vrouwtje alleen op het nest om een ei “uit te poepen”. De rest van de tijd besteedt zij aan eten en rusten. Gedurende deze tijd bewaakt de woerd haar angstvallig. Hij moet voorkomen dat het vrouwtje ook met andere mannen paart. Een paring tijdens de leg betekent ook dat eieren door andere mannen bevrucht kunnen worden. Zodra zij het nest verlaat, blijft hij aan haar zijde. Die zorg neemt abrupt af zodra zij echt gaat broeden. Tijdens het broeden komt zij alleen in de donkere uren van het nest. Verder is het voor haar wachten, wachten en wachten. Dat duurt 24-28 dagen.

De patio is een veilige plek. Geen katten, honden, bunzings en egels die het op de eieren of de broedvogel hebben voorzien. Maar voor nestvlieders als de wilde eend is het een onmogelijke plek als je met je kleine jongen (pullen) naar het water wil lopen. Er zit weinig anders op dat op te letten wanneer de eieren uit komen. Het wijfje zal dan met de jongen gevangen worden en gezamenlijk in de stadswetering worden gelost. Beschuit met muisjes rond vijf mei?

Ton Eggenhuizen


Een reactie plaatsen

Eksternest

eksternestEen van de markantste eksterbouwwerken in Almere is te vinden in een eik in de middenberm van de Veluwedreef. Het zijn wel vier of vijf verschillende nesten die op elkaar zijn gebouwd. Is dit een eksterflat of is er sprake van leegstand?

Eksters zijn territoriale vogels. Dat er meer dan één nest werkelijk in gebruik is, kan dus wel worden uitgesloten. We zien hier eigenlijk twee weinig voorkomende fenomenen bij elkaar.  Ten eerste geldt een zomereik niet als een favoriete boom voor een eksternest. De eik krijgt pas laat zijn bladeren en het nest is dus lang zichtbaar. Maar ook het stapelen van een nest komt volgens de literatuur maar weinig voor.

Hoewel de eerste eieren pas in het midden van april worden gelegd, kunnen eksters al in de winter bezig zijn met de nestbouw. Het bouwen gebeurt door beide partners, waarbij het mannetje vooral het aanslepen van bouwmateriaal en de buitenboel doet, het vrouwtje is meer bezig met het fijnere binnenwerk. De meeste eksternesten hebben een grove buitenvorm van grote dikke takken en meestal ook een dak. Het binnenwerk wordt eerst ingesmeerd met modder (en soms met poep) waarna met gras en mos een voering wordt aangebracht.

Gemiddeld worden 5-6 eieren gelegd die door het vrouwtje in drie weken uitgebroed worden. Beide ouders dragen voedsel aan en de jongen vliegen na drie en een halve week uit. Er wordt maar één broedsel per jaar verzorgd. Als een nest sneuvelt kunnen eksters nog wel een tweede en soms zelfs een derde broedsel regelen.

Door de modder is het een stevig bouwwerk en eksternesten kunnen daardoor na gebruik jarenlang in de boom blijven zitten. Ransuilen, torenvalken en boomvalken maken daar dankbaar gebruik van. Deze vogels zijn kennelijk liever lui dan moe en gebruiken vaak oude nesten van kraai en ekster. De territoriumdrift van de ekster richt zich niet alleen tegen soortgenoten, ze lijken ook een uitgesproken hekel te hebben aan roofvogels. Zolang de ekster een van de nesten gebruikt zal een uil of een valk weinig been zien in het betrekken van één van de andere leegstaande nesten in de flat aan de Veluwedreef.


Een reactie plaatsen

Maffe merel

merel_poepHet gemeentehuis is al enige weken het decor van een wonderlijk fenomeen. Een merel vliegt bij voortduring op tegen de spiegelende ramen en glimmende auto’s. De stille getuigen in de vorm van vogelpoep achterlatend. Wat doet dat beest?

Het is voorjaar, tijd van de voortplanting. Een mannetjesmerel zal zijn territorium vrij willen houden van rivalen. In een onbewaakt ogenblik kan immers een andere merel snel met “zijn” vrouwtje paren met buitenechtelijke kinderen tot gevolg. Als merelman wil je alleen energie steken in je eigen nakomelingen en er moet dus koste wat kost een amoureuze ontmoeting tussen zijn vrouw en de buurman worden voorkómen. Alle merelmannen worden dus furieus weggejaagd. Alle mannen?

Een merelman zal zijn rivalen indelen in drie groepen. Mannen die hoger in de pikorde staan, mannen die lager staan en mannen van gelijk statuur. Iedere groep wordt op een andere manier behandeld. Mannen die hoger in de pikorde staan (sterk, groot, glanzend verenpak, opgeblazen ego) worden natuurlijk niet aangevallen. Als zo een doerak in je territorium komt, rest weinig anders dan nauwlettend je vrouwtje in de gaten houden en er het beste van hopen. Een man van lagere orde zal inderdaad overtuigend voorbij de grens van het territorium worden verjaagd. Voor de categorie van gelijke rangorde geldt dat het gevecht wordt aangegaan. Dat kan een ritueel gevecht zijn met dreigen, maar vaak wordt het handgemeen (of  beter “vleugelgemeen”).

Zet een merel voor een spiegel, en hij zal zijn evenbeeld interpreteren als een vogel van gelijke orde. Ten aanval! Zo een gevecht kan lang duren als de “tegenstander” kennelijk net zo vit blijft. Er zijn gevallen bekend dat vogels zichzelf zo gek maken dat ze het loodje leggen door uitputting, of omdat ze een naderende kat of sperwer niet meer opmerken.

Een merel zal niet snel schade aan een auto toebrengen. Maar als je het vervelend vindt dat die vogel je auto vuil maakt, dan heb ik wel een goede tip. Rij ermee door flinke modderplassen, maar hem flink vuil en was hem daarna niet.


Een reactie plaatsen

Duckstad nieuws

duckstadVorige week kreeg ik een vraag over een paartje eenden dat zich al dagenlang ophoudt bij de draaideur van het stadhuis. Geen water in de buurt te bekennen. Wat bezielt deze draaideur-drijfsijzen om zo in het stadshart te gaan staan?

Het is april dus het leidt geen twijfel dat de vogels het voorjaar in de kop hebben. Ik ben er niet naar gaan zoeken, maar ik denk dat ze een nest hebben in een van de plantenbakken of een andere beschutte plek rond het Stadhuisplein. Wel vaker vond ik eendennesten op ongebruikelijke plaatsen ver van open water. Zelfs verlaten buizerdnesten in het bos worden door eenden graag gebruikt.

Eenden zijn nestvlieders, dat betekent dat de jongen het nest verlaten vlak nadat ze uit het ei zijn gekropen. Alle jongen moeten daarvoor ook gelijktijdig uit het ei. Het vrouwtje start daarom pas met broeden als het legsel – gemiddeld 8-12 eieren – compleet is. Zolang de eieren niet bebroed zijn, ontwikkelt het embryo niet.

Het vrouwtje kan één ei per dag leggen, voor een volledig legsel moet dus minimaal een week worden uitgetrokken. Al die tijd waken het mannetje (woerd) en het vrouwtje (eend) bij het nest. De eend waakt over de eieren, de woerd over de eend. Hij moet voorkómen dat andere woerden het vrouwtje kapen en er mee gaan paren. Dat verkleint namelijk zijn kans op nageslacht. Zodra het legsel compleet is, gaat het vrouwtje broeden en zit de taak van de woerd er op. Die sluit zich vervolgens aan bij de ronddobberende woerd-soos in de Stadswetering. De vrouwtjes wagen zich alleen in het donker van het nest om snel even wat te eten.

Het is ook de tijd van de duck-rapes. Mannetjes die met vereende krachten alleenstaande vrouwtjes achtervolgen teneinde haar te kunnen schaken. Het komt voor dat een vrouwtje dan door meerdere mannen wordt bestegen en daarbij uiteindelijk verzuipt. Vanochtend zag ik weer zo een wilde achtervolgingsvlucht: een vrouwtje dat probeert te ontkomen aan een vijftal testosteron-geladen woerden. Het ziet er wreed en bruut uit.

De meest logische gedachte die opkomt als je hiernaar kijkt is dat er een mannenoverschot is. In het verleden is daarom ook wel opgeroepen om vooral woerden te bejagen. Maar klopt die “logische gedachte” wel? Een gepaard vrouwtje zit in deze tijd óf op de eieren, óf ze wordt begeleid door haar man. De kans is dus zeer groot dat een vrouwtje dat door mannen wordt, ongepaard is! Dat zou betekenen dat er eerder een vrouwenoverschot is dan een mannenoverschot! Die woerden-soos bestaat vooral uit mannen die ergens een partner op de eieren hebben zitten. Maar zodra ze een partner-loos vrouwtje zien, denken ze kennelijk even niet aan thuis.


Een reactie plaatsen

Onopvallend prachtig

Almeerse populierenbossen hebben een slecht imago: waaibomenhout, saai, niet duurzaam. Dat imago is onterecht.

Een vroege ochtend in april maakt duidelijk welke biologische rijkdom in deze bossen schuilt. De zanglijsters zingen dan om het hardst. Ze bereiken hier de hoge dichtheden door de enorme aantallen huisjesslakken die op hun beurt de algen en mossen van de bomen afgrazen. Als het vroege ochtendkoor wat verstomd, krijgen ook bijzonder soorten als wielewaal, appelvink en zomertortel de kans om zich te laten horen. De oudere bossen met open kruinen hebben een weelderige ondergroei van kleefkruid en brandnetels. De laatste zijn favoriete voedselplanten van veel vlinderrupsen. Jongere bomen laten minder licht toe tot op de bosbodem en dat vormt het ideale milieu voor een onopvallende schoonheid: de brede wespenorchis. De plant kan soms tot wel 60 centimeter hoog worden en wordt bestoven door – hoe kan het ook anders – wespen. Van begin juni tot ver in augustus is deze orchidee te vinden. De afzonderlijke bloempjes zijn niet groter dan anderhalve centimeter en staan in een eenzijdige tros van 30 – 60 stuks. Zacht groene en roze tinten afgewisseld met paarsbruin in een kunstig geconstrueerd bouwwerkje. Op de knieën met een loep is deze pracht het best te bewonderen.
Populierenbos is prachtig – voor wie er oog voor heeft.