Met zijn dikke “kuiten” en een lengte van zo een twee centimeter is de bladpootrandwants een opvallende verschijning. De soort is met een opmerkelijke opmars bezig. In 2007 werd de wants voor het eerst in Nederland waargenomen, het jaar erop was de eerste Flevolandse waarneming in Lelystad een feit. Inmiddels komt de soort in heel Nederland voor. De laatste jaren wordt de soort in Flevoland twintig tot dertig keer waargenomen, met een piek in september en oktober.
Aangezien de wants leeft van het sap uit dennenkegels wekt het geen verwondering dat de soort in Almere nog schaars is. Zo veel dennenbossen hebben we niet. Dit jaar lijkt de soort evenwel algemener dan ooit met alleen al vijftien waarnemingen in Almere. Ook opvallend is dat er diverse dieren zijn aangetroffen op hoge gebouwen, met als hoogtepunt de 14e verdieping in een flat aan het Weerwater. De soort verspreidt zich vliegend en weet zich kennelijk aangetrokken tot hoge objecten, mogelijk door de nachtelijke verlichting. Ze overwinteren graag binnenshuis.
De bladpootrandwants komt van origine in Noord-Amerika voor en wordt daar af en toe gezien als plaaginsect. Of het in Nederland zo een vaart loopt laat zich slechts raden. Feit is wel dat het beestje inmiddels zo algemeen is dat hij niet meer is weg te krijgen.