Almere Natuur

Dé blog over de Almeerse natuur


Een reactie plaatsen

Waar zijn de woerden?

Een groepje bruingevlekte wilde eenden poetsen de veren aan de waterkant. Zo op het oog lijken het allemaal vrouwtjes. Nergens zien we de metaalgroene koppen van de woerden. Hebben die de stad verlaten?

Nee de mannetjes zijn er nog. Voor het oplettende oog zijn ze te herkennen aan de heldere groengele snavel, in vergelijking met de bruinoranje snavels van de vrouwtjes. Alleen met het verenpak zien de mannetjes er als vrouwtjes uit.

Vogels moeten op gezette tijden hun veren verwisselen. Iedere soort heeft daar zijn eigen ruistrategie voor. Vrijwel alle eendachtigen – en daar horen zwanen en ganzen ook toe – doen dat nogal dramatisch. In een klap verliezen ze alle slagpennen en zijn dan dus vleugellam. Het duurt xx weken voordat de vliegveren weer zijn aangegroeid. Natuurlijk levert dat grote risico’s op, ze zijn dan een makkelijke prooi voor roofdieren. Om dat risico het hoofd te bieden zoeken ze veilige waterrijke gebieden op. Eenden hebben naast de (trage) slagpenrui ook een heel snelle rui van de lichaamsveren. Het opvallende mannetjeskleed wordt verwisseld voor een camouflerend verenpak dat meer op vrouwtjes lijkt: het eclipskleed. Die
rui verloopt in een tijdsbestek van xx weken. Zodra de slagpennen weer zijn aangegroeid, wordt ook het eclipskleed weer verwisseld voor de heldere veren van het mannetjeskleed. In de stad is de camouflagetruc wellicht minder nodig, maar ze kunnen simpelweg niet anders.

Het verwisselen van veren kost veel energie. Bij grote soorten kan een veer wel één tot twee centimeter per dag groeien. Rui vindt dan ook altijd plaats in een periode van overvloed. De jongen zijn grootgebracht, de winter nog ver in het verschiet, de trek nog niet begonnen. Voedsel is nog in overvloed, want het groeiseizoen gaat nog wel eventjes voort.

Advertentie