Het is tien uur ’s avonds. De zon gaat onder en het wordt schemerig. In de tuin is het goed toeven, zwoel en weinig wind. De eerste kleine nachtvlindertjes schieten van bloem naar bloem in onze vlindertuin. Een paardenbloemspanner, brandnetelbladroller, heggebladroller… Signalen om de nachtvlinder-lampval van zolder te halen!
Het klinkt paradoxaal, nachtvlinders lokken met licht. Maar iedereen die wel eens bij een buitenlamp heeft gekeken, weet dat kunstlicht voor veel nachtvlinders onweerstaanbaar is. Dat komt doordat veel nachtvlinders zich oriënteren op hemellichamen. Met de maan in één bepaalde hoek van je blikveld kan je door de grote afstand mooi rechte lijnen vliegen. Maar als het licht ineens heel dichtbij is, raken de vlinders in verwarring. Nog steeds met de lichtbron in één hoek van het blikveld, gaan ze rondjes vliegen. Omdat de dieren ook wel merken dat het niet klopt, wordt de vlucht grilliger.
De lampval maakt gebruik van die verwarring. Een heldere lamp lokt en onder die lamp is een opvangbak voor de dieren. Door in die bak eierdozen te leggen, kunnen ze wegkruipen en komen ze weer tot rust. Het is een ideale manier om de verscheidenheid van nachtvlinders van een gebied in kaart te brengen. Voorheen werden vlinders vaak gedood en opgeprikt voor verzamelingen. Een moderne vlinderaar laat ze in de ochtend gewoon weer vliegen.
Soms duikt er een joekel van een nachtvlinder op. Gisteren was het ook weer raak. Een grote Ligusterpijlstaart zit in de val rustig op zijn vrijlating te wachten. Met een spanwijdte van 12 centimeter behoort het tot één van onze grootste vlindersoorten. Ook de groene rups mag er wezen, die wordt wel 10 centimeter lang. Als ik de val openschuif, schieten al direct wat schietmotten en kleine nachtvlindertjes weg. Een aantal kan ik even in een bewaarpotje doen voor nadere determinatie.
De pijlstaart lijkt niet zo gestrest. Door voorzichtig mijn wijsvinger onder zijn kop te steken, loopt zij vanzelf mijn hand op. Na enige minuten vindt ze het wel welletjes. De vleugels gaan trillen ten teken dat ze zich klaarmaakt voor “take-of”. Snel zet ik haar op de liguster. Kennelijk vindt ze dat zelf ook een betere stek. Ze kruipt rustig de struik in. Na een half uurtje zie ik zelfs dat ze enkele groene eitjes heeft gelegd. Over een paar weken dus uitkijken naar die rupsen!
Ton Eggenhuizen