De Oostvaardersdijk is gemaaid, maar de rottende resten van smeerwortel zijn nog goed herkenbaar. Het bloeiseizoen zit er voor deze soort al eventjes op, de plant heeft zijn zaad kunnen verspreiden en trekt zich terug in zijn wortel. Veel is er na het maaien niet van de plant overgebleven, het is vooral een klein wit paddenstoeltje die de identiteit van de plant prijsgeeft.
Rond de voet van de rottende bladeren is het helderwit van Hemimycena candida opvallend, ondanks het feit dat het paddenstoeltje zo klein is. In het Nederlands heet het smeerwortelmycena. Logisch, omdat we het zwammetje alleen op smeerwortels zien. Kennelijk is het rottende materiaal zo specifiek in samenstelling dat er geen andere paddenstoel op kan leven en ook zo specifiek dat we de paddenstoel nergens anders aantreffen. Bovendien zien we hem niet op alle smeerwortels terug. Smeerwortels die de wortels in klei hebben zijn duidelijk favoriet, op veengrond komt de plant wel voor maar wordt de schimmel nauwelijks gezien.
De smeerwortelmycena wordt vooral op afgemaaide smeerwortels gezien, precies zoals op de Oostvaardersdijk. Het fragiele kleine paddenstoeltje is doorgaans maar enkele dagen tot twee weken te zien. Voeg dat alles aan het feit dat de herfst ook nog eens redelijk warm en nat moet zijn, en het wordt wel duidelijk dat het maar zelden gezien wordt.
Schimmels worden vaak als schadelijk gezien, heeft de smeerwortel dan geen last van de mycena? Op de Oostvaardersdijk zijn zowel waardplant als schimmel algemeen. Het zou een erg slechte strategie zijn als de schimmel volledig afhankelijk is van die ene plantensoort en vervolgens dezelfde plant te gronde zou richten. We zien hier dus geen parasiet aan het werk, het is een vreedzame samenleving.
Ton Eggenhuizen