Almere Natuur

Dé blog over de Almeerse natuur

Ganzen, ganzen en nog eens ganzen

1 reactie

grauwe gansDe film de Nieuwe Wildernis heeft de Oostvaardersplassen bij vele mensen bekend gemaakt. Mensen die de Oostvaardersplassen bezoeken, zullen echter niet eerst de grote grazers zien, maar vast en zeker de enorme aantallen ganzen. Het zijn nu vooral kolganzen, brandganzen en grauwe ganzen die het gebied gebruiken als slaap- en foerageergebied. De laatsten vervullen zelfs een cruciale rol in het gebied.

De grauwe gans is van oudsher een soort die in onze streken broedt en overwintert. Als broedvogel was de soort echter vrijwel uitgestorven in de eerste helft van de vorige eeuw. Met de komst van de uitgestrekte rietvelden in de nieuwe Flevopolders kon de populatie weer groeien. De soort nam exponentieel toe, maar nu lijkt het plafond wel in zicht. Momenteel broeden er in Nederland 25-30.000 paartjes.

Het dieet van de grauwe gans is plantaardig. In de winter en voorjaar worden grassen en oogstafval gegeten. In de zomermaanden ruien de vogels al hun vliegveren en zijn dus tijdelijk vleugellam. Ze zoeken dan de veilige moerassen op en eten daar vooral riet. Grote groepen ganzen zorgen ervoor dat het riet weer in oppervlakte afneemt. Daardoor wordt voorkomen dat het gebied verruigt en verbost. De grauwe gans blijkt een zeer effectieve natuurbeheerder!

Eenmaal klaar met ruien, zoeken de vogels weer de sappige graslanden op, maar de boeren in de omgeving zitten daar niet op te wachten. De natuurbeheerder is blij met de gans, de boer ziet hem liever vertrekken. Het is om deze reden dat de Oostvaardersplassen in 1983 zijn verrijkt met graslanden aan de zuidrand. Deze gronden zijn uiteindelijk niet in pacht uitgegeven aan boeren, maar bij het reservaat getrokken.

Maar deze graslanden moeten ook worden beheerd. Als de ganzen in het rietmoeras zitten, dreigt tegelijkertijd het grasland te verruigen. En daar houden de ganzen niet van. Op de tafel gedekt te houden, is eerst jongvee ingeschaard en later tussen 1983 en 1992 zijn heckrunderen, konikpaarden en edelherten geïntroduceerd. De kleine aantallen groeiden voorspoedig tot het huidige gezamenlijke aantal van ca 3000 stuks (voorjaarsstand).

Zowel de aantallen van de ganzen en de grazers zijn onderwerp van fel debat. Ganzen veroorzaken ook landbouwschade en het lijden van de grote grazers is menigeen een doorn in het oog. Maar als we dit even parkeren en vooral kijken naar de rol die de gans samen met de grazer als beheerder speelt, kan eerst een heel andere discussie worden gevoerd. De vraag is namelijk gerechtvaardigd, hoeveel ganzen nodig zijn voor het beheer van de rietlanden en hoeveel grazers vervolgens nodig zijn om de graslanden voor die ganzenaantallen geschikt te houden.

Het lijkt me duidelijk dat het rietland ook met minder ganzen goed kan worden beheerd, en dat voor die lagere aantallen ganzen ook minder grasland (en dus minder grazers) nodig zijn. Zou deze redeneerlijn niet een oplossing kunnen zijn om het hierboven geparkeerde debat vlot te trekken?

Ton Eggenhuizen

1 thoughts on “Ganzen, ganzen en nog eens ganzen

  1. Pingback: Het geel van Jacobskruiskruid als rode lap | Almere Natuur

Plaats een reactie